Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
presentatie complottheorieën
Tijn Pauw en Job Beerlage
Slide 1 - Diapositive
inhoud
1.Filmpje
2.Vragen en uitleg
3.Stellingen
Slide 2 - Diapositive
wat weten jullie van complottheorieën
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Vidéo
welke van de volgende factoren wordt vaak genoemd als oorzaak van het ontstaan van complotdenkers
A
Eenzaamheid
B
opleiding en intelligentie
C
Een gebrek aan vertrouwen in de autoriteiten
D
genetische aanleg
Slide 5 - Quiz
het ontstaan van complotdenkers
- Definitie
- Het is van alle tijden
- Gevolgen van cookies
- Invloeden van de media
- Willem Engel
Slide 6 - Diapositive
waarom geloven mensen in complotten
- Machteloos gevoel
- Weinig vertrouwen in de autoriteiten
- Sociale media en internet
- Mensen voelen zich buitengesloten
Slide 7 - Diapositive
Voorbeelden van complotten
- 9/11 aanslagen
- Corona
- De aarde is plat
- Maanlanding
- Moord op John F Kennedy
Slide 8 - Diapositive
Gevaren
- Geen vertrouwen in de overheid, media en wetenschap
- kan leiden tot geweld, ongepast gedrag, ontkenning van wetenschappelijke feiten en uiteendrijven van de samenleving
Slide 9 - Diapositive
Wat is de reden waarom complottheorieën vaak moeilijk te weerleggen zijn?
A
Ze zijn gebaseerd op wetenschappelijk bewijs en grondig onderzoek
B
Ze zijn vaak gebaseerd op vage of onverifieerbare claims
C
Ze worden ondersteund door deskundigen en autoriteiten
D
Ze zijn altijd gebaseerd op een kleine kern van waarheid
Slide 10 - Quiz
Wat is het belangrijkste verschil tussen een complottheorie en een gewone theorie?
A
Een complottheorie is altijd gebaseerd op een kleine kern van waarheid
B
Een complottheorie is altijd onjuist en gebaseerd op leugens
C
Er wordt uitgegaan van een geheime samenzwering van machtige individuen of groepen
D
Er is geen verschil tussen een complottheorie en een gewone theorie
Slide 11 - Quiz
Waarom zijn sommige mensen vatbaarder voor het geloven in complottheorieën dan anderen?
A
Ze hebben meer vertrouwen in traditionele autoriteiten
B
Ze hebben een sterker gevoel van sociale verbondenheid en gemeenschapszin
C
Ze hebben een lager niveau van opleiding en intelligentie
D
Ze hebben een neiging tot paranoia en wantrouwen jegens anderen
Slide 12 - Quiz
Welke van de volgende factoren kan leiden tot het ontstaan van complottheorieën?
A
Een hoge mate van rationaliteit en kritisch denken
B
Een gebrek aan sociaal isolement en gemeenschapszin
C
Een gevoel van onveiligheid of bedreiging
D
Een hoge mate van vertrouwen in traditionele autoriteiten
Slide 13 - Quiz
Wat is het "backfire effect"?
A
Het effect waarbij bewijs dat ingaat tegen onze overtuigingen ons sterker aan onze overtuigingen laat vasthouden
B
Het effect waarbij we openstaan voor nieuwe informatie en onze overtuigingen veranderen
C
Het effect waarbij we onze overtuigingen in twijfel trekken en ons kritischer opstellen
D
Het effect waarbij we ons volledig overgeven aan complottheorieën en ons afsluiten voor andere ideeën
Slide 14 - Quiz
stelling
als er sprake is van een complot moet de politie bevoegd zijn op de betreffende personen aan te mogen houden en mogen ondervragen met mogelijk op gevangenis straf als het op grote schaal gebeurd.
Slide 15 - Diapositive
Stelling
de overheid moet mensen in dienst nemen die in de zoekgeschiedenis van de burgers in de gaten houdt, om zo het ontstaan van complottheorieën te voorkomen.