2.4 De economische wereldcrisis

Roaring Twenties
  • In de VS ging het geweldig in de jaren '20. 

  • Veel mensen kochten spullen met een lening. 
  • Ook aandelen 
De economische wereldcrisis
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Roaring Twenties
  • In de VS ging het geweldig in de jaren '20. 

  • Veel mensen kochten spullen met een lening. 
  • Ook aandelen 
De economische wereldcrisis

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Herhaling  §2.2 en
      §2.3
  • Bespreken
      huiswerk §2.3
  • Opdracht over §2.4

Slide 2 - Diapositive

Afmaken LessonUp 2.2
Bespreken HW §2.3
Opdr. 3, 7, 8, 12

Slide 3 - Diapositive

Collectivisatie
  • Verwachting was grotere efficiëntie
     door moderne middelen
  • Viel tegen, waarom?
  • Boeren wilden oogst niet afstaan
  • gevolg?
  • Stalin woest → nam oogst in beslag,
     boeren gevangen of gedood.

Slide 4 - Diapositive

Noem eens kenmerken van de Sovjet-Unie

Slide 5 - Carte mentale

De Verenigde Staten
  • Welke gevolgen had de komst van Colombus
     voor volk?
  • Ziekten, strijd
  • Wat gebeurt er in 1776? En waarom?
  • Koloniën scheiden zich af → VS ontstaan
  • Onvrede over Britse heerser
  • Veel of weinig immigranten naar de VS? Waarom?
  • Veel, American Dream, hoop op betere toekomst.

Slide 6 - Diapositive

Wat weet je nog van de Amerikaanse democratie?

Slide 7 - Carte mentale

Wat hoort bij de vrijemarkteconomie?

Slide 8 - Carte mentale

Vrijemarkteconomie
  • Weinig overheidsbemoeienis
  • Vraag en aanbod
  • Kansen voor ondernemers 

Slide 9 - Diapositive

Sovjet-Unie
  • Welke partij hervormt economie na burgeroorlog?
  • Communistische partij. Welke maatregelen?
  •  Nationaliseren
  • Staat eigenaar banken en fabrieken, landbouwgrond ook
  • Hadden deze maatregelen effect?
  • Nee, slechte winsten, boeren werkten niet mee, gevolg?
  • Lenin draait maatregelen deels terug.

Slide 10 - Diapositive

Stalin volgt Lenin op (1924)
  • Planeconomie, wat is dat en met welk doel?
  • Vijfjarenplan, bepalen wat bedrijven moesten maken
  • Nadruk op?
  • Zware industrie, consumptie vond Stalin niet belangrijk
  • Collectiviseren, wat is dat en waarom?
  • Landbouwopbrengst verbeteren
  • Boerderijen worden gezamenlijke boerderijen (vijfjarenplan).

Slide 11 - Diapositive

Aan het eind van deze les kan je..
  • Drie oorzaken van de economische
      wereldcrisis noemen
  • Drie gevolgen noemen van deze oorzaken
  • Uitleggen welke gevolgen de crisis
      wereldwijd had
  • Onderscheid maken tussen politiek-
      bestuurlijke, sociaaleconomische en
      cultureel-mentale oorzaken.

Slide 12 - Diapositive

Opdracht over economische crisis
  • Wat: kijken naar oorzaken van de crisis en proberen erachter te komen
      welke oorzaken het meest belangrijk waren
  • Hoe: in duo's werken aan drie opdrachten en het invullen van een
     vragenblad
  • Waarom: je maakt duidelijk welke oorzaken van
      belang zijn en krijg inzicht in de oorzaken en
      gevolgen van de economische wereldcrisis

Slide 13 - Diapositive

Opdr. 1: je krijgt een opdrachtenblad en invulblad met acht oorzaken
  • Je mag je boek gebruiken
  • Vul de gevolgen in bij de juiste oorzaken
  • Verzin één oorzaak & gevolg voor in hokje 9

Opdracht 1
Je krijgt een opdrachtenblad en invulblad met acht oorzaken. Vul de gevolgen in bij de juiste oorzaken. Je mag je boek gebruiken. Verzin voor hokje 9 zelf één oorzaak en gevolg. 

Opdracht 2
Op bladzijde 198 staan acht kaartjes. Verzin er met je buurman zelf één bij. De negen 'kaartjes' gaan jullie samen in de diamant plaatsen. De belangrijkste oorzaken plaats je bovenin, de minst belangrijke helemaal onderaan. 
Opdracht 3
Maak de vragen op het opdrachtenblad
Iedereen klaar?  → Tussenbespreking
Iedereen klaar? → Tussenbespreking

Slide 14 - Diapositive

  1. Koersen dalen, bedrijven en banken zien hun vermogen slinken en kunnen failliet gaan. Spaarders raken spaargeld kwijt
  2. Mensen raken werkloos en hebben geen inkomen meer. De vraag naar productie daalt verder
  3. Banken kunnen gemakkelijk geld lenen aan mensen. Er is geen toezicht op een gezonde bedrijfsvoering
  4. Mensen durven makkelijk geld te lenen en risico's te nemen (beleggen).
  5. Consumenten lenen veel geld. Als het economisch minder gaan kunnen ze dit niet terug betalen aan de banken. Banken gaan failliet. Vertrouwen in de stabiliteit van de economie verdwijnt
  1. Koersen dalen, bedrijven en banken zien hun vermogen slinken en kunnen failliet gaan. Spaarders raken spaargeld kwijt
  2. Mensen raken werkloos en hebben geen inkomen meer. De vraag naar productie daalt verder
  3. Banken kunnen gemakkelijk geld lenen aan mensen. Er is geen toezicht op een gezonde bedrijfsvoering
  4. Mensen durven makkelijk geld te lenen en risico's te nemen (beleggen).
  5. Consumenten lenen veel geld. Als het economisch minder gaan kunnen ze dit niet terug betalen aan de banken. Banken gaan failliet. Vertrouwen in de stabiliteit van de economie verdwijnt
  6. Prijzen van producten dalen, winst van de bedrijven neemt af. Werknemers worden ontslagen. Bedrijven en boeren gaan failliet
  7. Overheid geeft geen steun aan bedrijven of banken om overeind te blijven
  8. Door dalende inkomsten gaat de overheid flink bezuinigen op uitkeringen en dergelijke

Slide 15 - Diapositive

Economische wereldcrisis
Amerikaanse banken failliet
Producten worden goedkoper
beurshandelaren worden ongerust
Zwarte donderdag

Slide 16 - Question de remorquage

Wat zijn de oorzaken van de economische wereldcrisis in 1929? En wat is de aanleiding?
Oorzaken
Aanleiding
Landbouwoverschotten
Lenen van geld
Beurskrach
Speculatie in aandelen

Slide 17 - Question de remorquage

Vertel eens..
  • Welke drie oorzaken van de
     economische wereldcrisis
     te noemen zijn
  • Welke gevolgen deze
     oorzaken hadden
  • Welke gevolgen de crisis
      wereldwijd had.

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk
Lees §2.4
Maak 1, 2, 3, 7, 8, 11, 12

Slide 19 - Diapositive