Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Planning
Terug naar §9.1 (quizje) en Italië
Leerdoelen
Uitleg §9.2
Werkvorm economische crisis
Huiswerk
Slide 1 - Diapositive
Hoe zat dat nou met Italië?
Triple Alliantie tussen Duitse Keizerrijk, Oostenrijk-Hongarije en Italië
Italië was lid, maar vooral vanwege koloniale ambities
Had al geheime verdragen gesloten met FR en GB
1914: Italië bevestigt lidmaatschap Triple Alliantie, maar trok terug. Was 'verdedigingsverdrag', OH en DUI hadden zelf aanval gestart
1915: in geheim lid van Triple Entente in ruil voor gebieden.
Slide 2 - Diapositive
De Eerste Wereldoorlog
Sleep de pictogrammen naar de juiste plek zodat je het verloop van de Eerste Wereldoorlog duidelijk maakt.
timer
1:00
...
...
...
...
...
...
Slide 3 - Question de remorquage
Wat is GEEN oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
A
Militarisme
B
Bondgenootschappen
C
Moord op Frans Ferdinand
D
Frans-Duitse oorlog
Slide 4 - Quiz
Gebruik bron 9. (tik er op en je krijgt een vergroting) In deze prent geeft de Franse tekenaar Albert Guillaume een verschil weer tussen een gevolg van de Eerste Wereldoorlog voor Frankrijk en Duitsland. (2p)
Leg uit, met een verwijzing naar de bron, welke boodschap de tekenaar hiermee wil overbrengen.
Slide 5 - Question ouverte
PC5 en 8 Welke twee uitspraken zijn juist?
Juist
Onjuist
De Eerste Wereldoorlog duurde vier jaar.
Een oorzaak van de eerste wereldoorlog zijn de bondgenootschappen.
Frankrijk, Engeland en Oostenrijk hoorden bij de geallieerden.
De Eerste Wereldoorlog begon in 1918.
De aanleiding van de Eerste Wereldoorlog was het nationalisme
Het von Schlieffenplan was een plan om Duitsland aan te vallen via België.
Slide 6 - Question de remorquage
Eerste Wereldoorlog
Interbellum
Slide 7 - Question de remorquage
Leerdoelen
Hoe de economie zich ontwikkelde in de jaren 1920
Hoe de economische wereldcrisis ontstond in 1929
Oorzaken van de wereldcrisis
Hoe de crisis werd bestreden.
Slide 8 - Diapositive
Roaring Twenties (1924) in de Verenigde Staten
Oorlog voorbij → stijging welvaart?
Voorbij in oorlogvoerende landen, maar
Roaring Twenties (1924) in VS
Van oorlogseconomie naar consumptiemaatschappij: radio's, stofzuigers, wasmachines, uitgaan, films, flapper girls, jazz
Bedrijven produceren voor consumenten (vrijemarkteconomie)
Enorm optimisme in VS: "Armoede voorgoed weg"
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Slide 11 - Vidéo
Economie
Aandelen stijgen
Mensen beleggen geld
Lenen veel
1929: twijfel. Wat doet men?
Verkopen aandelen > Koersen dalen > paniek > meer verkopen
Beurskrach genoemd
Werkeloosheid, massaal failliet
Europa ook getroffen
Slide 12 - Diapositive
Opdracht over economische crisis
Wat: kijken naar oorzaken van de crisis en proberen erachter te komen welke oorzaken het meest belangrijk waren
Hoe: in duo's werken aan drie opdrachten en het invullen van een vragenblad
Waarom: je maakt duidelijk welke oorzaken van belang zijn en krijg inzicht in de oorzaken en gevolgen van de economische wereldcrisis
Slide 13 - Diapositive
Opdr. 1: je krijgt een opdrachtenblad en invulblad met acht oorzaken
Je mag je boek gebruiken
Vul de gevolgen in bij de juiste oorzaken
Verzin één oorzaak & gevolg voor in hokje 9
Opdracht 1
Je krijgt een opdrachtenblad en invulblad met acht oorzaken. Vul de gevolgen in bij de juiste oorzaken. Je mag je boek gebruiken. Verzin voor hokje 9 zelf één oorzaak en gevolg.
Opdracht 2
Op bladzijde 198 staan acht kaartjes. Verzin er met je buurman zelf één bij. De negen 'kaartjes' gaan jullie samen in de diamant plaatsen. De belangrijkste oorzaken plaats je bovenin, de minst belangrijke helemaal onderaan. NIET KNIPPEN/PLAKKEN --> SCHRIJVEN
Opdracht 3
Maak de vragen op het opdrachtenblad
Iedereen klaar? → Tussenbespreking
Iedereen klaar? → Tussenbespreking
Slide 14 - Diapositive
Koersen dalen, bedrijven en banken zien hun vermogen slinken en kunnen failliet gaan. Spaarders raken spaargeld kwijt
Mensen raken werkloos en hebben geen inkomen meer. De vraag naar productie daalt verder
Banken kunnen gemakkelijk geld lenen aan mensen. Er is geen toezicht op een gezonde bedrijfsvoering
Mensen durven makkelijk geld te lenen en risico's te nemen (beleggen).
Consumenten lenen veel geld. Als het economisch minder gaan kunnen ze dit niet terug betalen aan de banken. Banken gaan failliet. Vertrouwen in de stabiliteit van de economie verdwijnt
Koersen dalen, bedrijven en banken zien hun vermogen slinken en kunnen failliet gaan. Spaarders raken spaargeld kwijt
Mensen raken werkloos en hebben geen inkomen meer. De vraag naar productie daalt verder
Banken kunnen gemakkelijk geld lenen aan mensen. Er is geen toezicht op een gezonde bedrijfsvoering
Mensen durven makkelijk geld te lenen en risico's te nemen (beleggen).
Consumenten lenen veel geld. Als het economisch minder gaan kunnen ze dit niet terug betalen aan de banken. Banken gaan failliet. Vertrouwen in de stabiliteit van de economie verdwijnt
Prijzen van producten dalen, winst van de bedrijven neemt af. Werknemers worden ontslagen. Bedrijven en boeren gaan failliet
Overheid geeft geen steun aan bedrijven of banken om overeind te blijven
Door dalende inkomsten gaat de overheid flink bezuinigen op uitkeringen en dergelijke
Slide 15 - Diapositive
Nabespreking
- Wat op lege vakje ingevuld?
- Enorm veel verschillende oorzaken
- Wat bovenin, wat onderin?
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Crisisbestrijding
Hoe wilden kapitalisten dit oplossen?
Stopt vanzelf als prijzen dalen. Bevordert door overheid, hoe?