4.2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Unit 4

Lesson 2

Bijles Engels bovenbouw

Dinsdag het 8e les uur.

Opgeven kan via Magister

Planning

• Quizlet words Unit 4 - lesson 2
• Do exercise 1-2 page 14
• Gramatica uitleg: past simple en present perfect
• Do exercise 4
• Do exercise 3,5,6&7
• Huiswerk: exercise 1-7 Unit 4(pp. 14-17)

Vocabulary lesson 2 Unit 4

https://quizlet.com/_b12g13?x=1jqt&i=2ukrko

4.2

Boek B

Unit 4 

Page 14

Wat houdt het Fotokonbit-project in?

Do exercise 2 

• Go to page 14
  
• Match the word with the right image.
  
• Use the  vocabulary list on page 59
  

Past Simple

- Wanneer gebruik je de Past Simple?

-  Hoe maak je de Past Simple?

- Hoe kan je de Past Simple herkennen?

Past simple 

Past simple: -ed + verb (werkwoord)

I played tennis last night

Vraag zin in de verleden tijd:

Did you play tennis?

Ontkenning in de verleden tijd:

I did not play tennis 

Wanneer gebruik je de past simple?

Als iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen:

I was at home yesterday.

I talked to my sister this morning.

They were in Egypt in 2015.

How was your weekend? 

What did you do? 

Example: I watched a movie on Saturday.

Write down two sentences in
the past simple

Present perfect

Een actie uit het verleden , waar je nu  nog steeds iets iets van merkt

Voorbeeld: Ik ben mijn sleutel verloren waardoor;
 ik nu niet naar binnen kan.

I lost/have lost my key, so I can’t open the door

Hoe maak je de Present perfect?

Have of has + voltooid deelwoord

Positive: I/ we/you/ they + have + voltooid deelwoord

                   he/she/it + has + voltooid deelwoord

Negative: I/ we/you/ they + haven't + voltooid deelwoord

                   he/she/it + hasn't +voltooid deelwoord

Questions: Have + I/ we/you/ they + voltooid deelwoord

                   Has + he/she/it +  voltooid deelwoord

Wanner gebruik je de present perfect ? 

De present perfect kan je herkennen door signaal woorden in de zin te vinden. 

I have lived there since 2007 

For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since

Signaalwoorden

FYNE JAS

For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since

Which tense is this sentence?
My cat died last week.

1. past simple
2. present perfect

Which tense is this sentence?

Lucy lived in London.

1. Past simple
2. Present perfect

She has just finished her second cookbook.

1. past simple
2. present perfect

Do exercise 4

Go to page 15

Do exercise 4a  & 4c

Zelfstandig werken

5,6,7,9

Do exercise: 3,4,5,6&7

pp. 15-18