Quiz - voorbereiding toets
1 / 17
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Boven de snelweg is een.....waar je soms een hert ziet oversteken
A
dierenasiel
B
ecoduct
C
exotisch
D
leefgebied
Slide 3 - Quiz
Wij hebben twee verwaarloosde poezen uit het......gehaald om er thuis voor te zorgen.
A
dierenasiel
B
ecoduct
C
exotisch
D
leefgebied
Slide 4 - Quiz
Maak een zin met het woord: bemesten.
Slide 5 - Question ouverte
Maak een zin met het woord: zeldzaam.
Slide 6 - Question ouverte
Mijn oma gaat elke zaterdag tuinieren.
Schrijf het onderwerp, persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde op.
Schrijf het onderwerp, persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde op.
Slide 7 - Question ouverte
Ga jij morgen helpen in de dierenkliniek?
Schrijf het onderwerp, persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde op.
Schrijf het onderwerp, persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde op.
Slide 8 - Question ouverte
Tijdens mijn vakantie afgelopen zomer.....(zien) ik allemaal exotische vogels.
Slide 9 - Question ouverte
De boer....(verbouwen) al jaren verschillende groente op zijn land.
A
verbouwd
B
verbouwt
Slide 10 - Quiz
Wat is het hoofdonderwerp van een tekst?
A
het belangrijkste onderwerp van een tekst
B
het belangrijkste onderwerp van een alinea
Slide 11 - Quiz
Wat is het deelonderwerp van een tekst?
A
het belangrijkste onderwerp van een tekst
B
het belangrijkste onderwerp van een alinea
Slide 12 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
het belangrijkste onderwerp van een tekst
B
het belangrijkste onderwerp van een alinea
C
de belangrijkste boodschap van de schrijver
Slide 13 - Quiz
Als je informeel schrijft, gebruik je de u-vorm.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Een formele brief heeft een vaste indeling.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Wat zijn de drie vaste onderdelen van een presentatie?
Slide 16 - Question ouverte
Noem twee dingen waar je op moet letten bij het geven van een mondelinge presentatie.
