Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Lesson 4, reading
Slide 1 - Diapositive
Persoonlijke voornaamwoorden
Wat zijn dit ook alweer?
Slide 2 - Diapositive
Persoonlijke voornaamwoorden
Persoonlijk voornaamwoorden geven mensen, dingen of dieren aan.
Ik We
Jij You
Hij/zij/het They
Slide 3 - Diapositive
Bezittelijk voornaamwoorden
Wat is dit ook alweer?
Slide 4 - Diapositive
Bezittelijk voornaamwoorden
Bezittelijk voornaamwoorden geven bezit aan van iets of iemand. Bijvoorbeeld:
Dit is mijn fiets.
Dit is haar fiets.
Dit is onze fiets.
Slide 5 - Diapositive
Bezittelijk voornaamwoorden
Dit is mijn fiets. This is .................. bicycle. Dit is jouw fiets. This is ........................ bicycle.
Dit is zijn/haar fiets. This is .............................. bicycle.
Dit is onze fiets. This is .......................... bicycle.
Dit is jullie fiets. This is .......................... bicycle.
Dit is hun fiets. This is ........................... bicycle.
Slide 6 - Diapositive
Wederkerend voornaamwoord
Wat betekent wederkerend? Wat zou het kunnen betekenen?
Slide 7 - Diapositive
Wederkerend voornaamwoord
Een wederkerend voornaamwoord verwijst naar iemand die al in de zin staat.
Ik vind mijzelf een goede volleyballer.
Jij vindt jezelf een goede volleyballer.
Hij vindt zichzelf een goede volleyballer.
Etc.
Slide 8 - Diapositive
Wederkerend voornaamwoord
Een wederkerend voornaamwoord verwijst naar iemand die al in de zin staat.
Ik vind mijzelf een goede volleyballer.
Jij vindt jezelf een goede volleyballer.
Hij vindt zichzelf een goede volleyballer.
Etc.
Slide 9 - Diapositive
Wederkerend voornaamwoord
In het Engels heb je deze woorden ook. Deze eindigen op -self.
I find myself very funny.
You find yourself very funny.
He finds himself very funny.
She finds herself very funny.
It finds itself very funny.
Slide 10 - Diapositive
Wederkerend voornaamwoord
Meervoud? Eindig met -selves.
We find ourselves very funny.
You find yourselves very funny.
They find themselves very funny.
Slide 11 - Diapositive
Homework
Maandag:
Opdracht 2, 3 & 5
Klaar? Woordjes lesson 3 & lesson 4 leren! Blz. 41 & 42. De woorden leer je van links naar rechts. Maandag word je overhoord. Niet geleerd = 3x overschrijven