Nederlands H5 Grammatica en Spelling Werkwoordspelling

Nederlands 
Hoofdstuk 5 (Grammatica 
en Spelling)
Werkwoordspelling...
En moeilijke woorden
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nederlands 
Hoofdstuk 5 (Grammatica 
en Spelling)
Werkwoordspelling...
En moeilijke woorden

Slide 1 - Diapositive

Terugblik 
Huiswerk af? (Hoofdstuk 5 (Grammatica en Spelling)
blz. 183 opdracht 11, 13, 14, 15, K:16
Vragen?
Nakijken
Planning: volgende week proeftoets
Voor de meivakantie toets hoofdstuk 5

Slide 2 - Diapositive

Wat is niet goed gespeld?

Slide 3 - Diapositive

Wat is de juiste vorm van het werkwoord?
(drinken) jij graag thee?
A
drink
B
drinkt

Slide 4 - Quiz

Hoe schrijf het werkwoord in de verleden tijd?
Hij (rekenen) het bedrag uit.

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je het schema voor de werkwoordspelling gebruiken voor het correct spellen van werkwoorden.

Slide 7 - Diapositive

Moeilijke woorden
Schrijf je het woord met c of cc?
Of misschien met k of kk?

Slide 8 - Diapositive

Een belangrijke voorwaarde om een idool te kunnen worden is beschikken over de geheimzinnige x-fa_tor
A
c
B
cc
C
k
D
kk

Slide 9 - Quiz

Ik zal je eens een ane_dote
vertellen over de tijd dat ik zelf nog op school zat.
A
c
B
cc
C
k
D
kk

Slide 10 - Quiz

Er is nog steeds een politieke discussie aan de gang over de legalisering van _annabis
A
c
B
cc
C
k
D
kk

Slide 11 - Quiz

In een kruiswoordraadsel werk ik eerst horizontaal en dan verti_aal
A
c
B
cc
C
k
D
kk

Slide 12 - Quiz

Woorden met 
Hoor je hijt dan schrijf je -heid
 Hoor je luk dan schrijf je -lijk

Slide 13 - Diapositive

"Gezond"
Een goede ... is belangrijk als je ouder wordt.
A
heid
B
lijk

Slide 14 - Quiz

Voorzetsels

Slide 15 - Diapositive

Welke voorzetzels ken jij?

Slide 16 - Carte mentale

Hij woont ... een huis.
A
in
B
op
C
over
D
naast

Slide 17 - Quiz

De auto rijdt ... de straat.
A
onder
B
binnen
C
door
D
tegen

Slide 18 - Quiz

(Huis) werk
  • Maken voor Nederlands: Hoofdstuk 5 (Grammatica en Spelling) 
  • blz. 186 opdracht 17, 18, 19

Slide 19 - Diapositive

Evaluatie
Lesdoelen behaald?
Aan het einde van de les kun je het schema voor de werkwoordspelling gebruiken voor het correct spellen van werkwoorden.
Hoe ging de les? Wat kan er anders?

Slide 20 - Diapositive