Verhoudingen start BBL

Verhoudingen start
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Verhoudingen start

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

weet je
voorbeelden van
vaste verhoudingen?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeelden van vaste verhoudingen
  • prijs en gewicht (fruit, groente)
  • prijs en aantal 
  • ingrediënten in een recept en aantal personen
  • liter brandstof en aantal kilometers (auto, scooter)
  • limonade: sap en water
  • snelheid per minuut/seconde/uur (verkeer, iets downloaden)
  • procent = per 100      1 %  = 1 per 100

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verhoudingen
Je komt verhoudingen  ook veel tegen bij het koken, in recepten

Voorbeeld
Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig.

Dit is een verhouding tussen het aantal personen en het aantal
gram noedels. Met deze verhouding kan je uitrekenen hoeveel
noedels je nodig hebt voor verschillende aantallen personen.
                                                                

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van verhoudingen
De auto rijdt 1 op 18.   Dat betekent: met 1 liter brandstof rijdt de auto 18 kilometer
met 3 liter brandstof kan de auto dus ook 3 x zo ver rijden: 3 x 18 = 54 kilometer

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb jke wel eens met een verhoudingstabel gewerkt?
A
ja
B
nee
C
ik weet het niet meer

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoorbeeld
Je kookt voor 6 personen, hoeveel gram noedels heb je nodig?


Eerst reken je het aantal personen om naar 1, vervolgens naar 6.

Slide 9 - Diapositive

Je kan ook het aantal personen omrekenen naar 2, dan vermenigvuldig je daarna met 3 in plaats van 6.

Je kan ook in een keer vermenigvuldigen met 1,5.
Abrikozen kosten €4,50 per 500 gram.
Wat moet je betalen voor 250 gram?

Probeer het met een verhoudingstabel
A
€3,50
B
€2,50
C
€2,25
D
€2,75

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken uit met een verhoudingstabel:

1 kilo appels kost € 1,70. Hoeveel kost 2,5 kilo?
A
€ 4,25
B
€ 4,10

Slide 11 - Quiz

Je kan het getal direct vermenigvuldigen met 2,5. Je kan het ook eerst vermenigvuldigen met 2, dan apart vermenigvuldigen met 0,5 (delen door 2), en deze antwoorden bij elkaar optellen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1 op de 4 ballen rood. Totaal 40 ballen. Hoeveel zijn er rood?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe goed begrijp je nu Verhoudingen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions


Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions