Blok 3 - Grammatica - Les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Grammatica - blok 3 - les 2

Log in bij de LessonUp!

- Herhaling werkwoordelijk gezegde.

- Lijdend voorwerp.

Antwoorden opdracht 2

2. ligt te slapen.

3. staan te grazen.

4. hoopt te halen.

5. Heb gesmeerd.

6. probeer uit.

7. Mag gebruiken.

8. staat te draaien.

9. Laat uit.

10. zit te doen.

Wwg? De leraar kijkt de toets na.

Wwg? De lessen komen in de coronaperiode te vervallen.

Lijdend voorwerp

De leraar kijkt de toets na. 

De leraar | kijkt | de toets | na. 

     OW      PV/WWG        ?         PV/WWG

De toets is lijdend voorwerp. (LV)

Lijdend voorwerp

Degene die de handeling ondergaat, die lijdt  onder de handeling.

Wie/wat + wwg + ow.

De leraar kijkt de toets na. 

Wie/wat kijkt (wwg) de leraar (ow) na?

Antwoord: de toets, dus:  de toets = lv. 

Mijn moeder koopt de boodschappen bij de Jumbo.
LV?

1. Mijn moeder
2. koopt
3. de boodschappen
4. bij de Jumbo

Mijn broer hoopt zijn diploma te halen.

LV?

1. Mijn broer
2. hoopt
3. hoopt te halen
4. zijn diploma

De jongen laat de hond uit.

LV?

Bouwplannen maken

Wat je nu doet, doe je ook bij de opdrachten.

Je ziet een foto en gaat beschrijven wat er gaande is.

Zo bepaal je het wwg, het ow en het lv.

Bekijk deze foto goed.

Wat gebeurt hier?

Wie doet het? (Het onderwerp)

Wat doet ze? (Werkwoordelijk gezegde)

Wie ondergaat het? Wat lijdt eronder? (LV)

Zelf aan de slag. 

Stuur het eind van de les een foto op!

5, 6, 7, 8, 11.

Bladzijde 116 t/m 118.