H1 leerdoel 2

Hoofdstuk 1
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk
opgave 5 voorkennis

Slide 2 - Question ouverte

Als een bolletje ijs duurder wordt van € 2 naar € 2,50 is de ...
A
Absolute toename € 0,50 en de relatieve toename 20%
B
Absolute toename 20% en de relatieve toename € 0,50
C
Absolute toename € 0,50 en de relatieve toename 25%
D
Absolute toename 25% en de relatieve toename € 0,50

Slide 3 - Quiz

Een hoeveelheid 200 neemt met 12% toe. Hoeveel is de nieuwe hoeveelheid?
(berekening)

Slide 4 - Question ouverte

Een hoeveelheid 350 neemt met 7% af. Hoeveel is de nieuwe hoeveelheid?
(berekening)

Slide 5 - Question ouverte

Een hoeveelheid neemt met 200% toe tot 3000. Hoeveel is de oorspronkelijke hoeveelheid?
(berekening)

Slide 6 - Question ouverte

Een hoeveelheid neemt met 0,5% af tot 3000. Hoeveel is de oorspronkelijke hoeveelheid?
(berekening)

Slide 7 - Question ouverte

Hoofdstuk 1, 1.1B
Leerdoel 2:
Ik kan met procenten berekeningen uitvoeren


Dit gaat verder op het procenten rekenen van de vorige les bij de voorkennis.






Slide 8 - Diapositive

Aantekening leerdoel 1 theorie 1.1A + voorkennis procenten
(Gebruik GR: zie handleidingen digitaal in Getal en Ruimte)

Slide 9 - Diapositive

Aantekening leerdoel 2 theorie 1.1B
Toename van  250 met 8%

Afname van 1800 met 11%

Toename van 12% tot 1456


Afname van 290 is 58% van totaal.

Slide 10 - Diapositive

vervolg aantekening

Slide 11 - Diapositive

Samen opgave 4, schrijf mee

Slide 12 - Diapositive

Eerst 5 minuten in stilte werken, snap je iets niet kijk terug naar de aantekening, voorbeeld opgave en je boek.
timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Maak een foto van opgave 3.

Slide 14 - Question ouverte

Leerdoelen behaald deze les?

Geef dit ook aan het overzicht door het eerste bolletje te kleuren(groen, oranje of rood)
A
Groen
B
Oranje
C
Rood

Slide 15 - Quiz