H3 1.1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom :)

1. Reken om: 30 V =  ....  mV =  ....  kV 
   
   
2. waarvoor staat de V? en wat is de bijbehorende grootheid?
   
3. 
   

Vandaag:

• Eerst theorie. Goed luisteren + aantekeningen maken. vraag? hand opsteken
• Checkvragen maken
• Opdrachten maken. 
• Controle & afsluiting

Voorkennis hoofdstuk 1 - blz 8-9

werken: in tweetallen, zachtjes overleggen . daarna bespreken!

Leerdoelen

Je kunt de onderdelen van een elektriciteitscentrale beschrijven.

Je kunt het verschil tussen gelijkspanning en wisselspanning uitleggen.

Je kunt uitleggen waarom in het elektriciteitsnet verschillende spanningen worden gebruikt.

Je kunt de werking van een transformator uitleggen.

Waarom?

• Een elektriciteitscentrale produceert elektriciteit voor huishoudens
  
•  Dit heet: het opwekken van elektrische energie
  
• Maar hoe werkt een elektriciteitscentrale?

1.  Er wordt brandstof verbrand om water te verhitten
2. Door stoom gaat de turbine draaien
3. De generator zet het draaien om in elektriciteit
4. het water wordt weer afgekoeld

wat zijn de 'rookwolken' die je ziet bij een elektriciteitscentrale?

is deze rook gevaarlijk?

Het Elektriciteitsnet

heeft de volgende delen:

1. hoogspanning van 380 kV
2. transformatorstation --> 10 kV
3. transformatorhuisje --> netspanning (230 V)

• waarom? hogere spanning kun je makkelijker vervoeren, maar minder makkelijk gebruiken

Opdracht

Maak: opdrachten routekaart

Werkvorm: zelfstandig, tijd

Gelijkspanning en wisselspanning

Gelijkspanning                                          Wisselspanning

- Stroom loopt                                           - Stroom loopt telkens in 

altijd in dezelfde richting                        andere richting

- Vaste + en -                                              - Geen vaste + en -

- Bijv. batterij / accu                                - Bijv. dynamo / netspanning

Gelijkspanning / Wisselspanning

• Een batterij of accu levert gelijkspanning. de spanning is altijd hetzelfde.
• De spanning op het stopcontact (lichtnet) gaat 50 keer per seconde (50 Hz) op en neer. dit heet wisselspanning
• De (effectieve)
  spanning is 230 V.

Transformeren

• De spanning veranderen
  heet transformeren
•  Dit kun je doen met een
  transformator
• een transformator bestaat
  uit twee spoelen
• Het aantal windingen
  bepaalt hoe de spanning verandert

Omhoog en omlaag transformeren

Up = Spanning over de primaire spoel (in V)

Us = Spanning over de secundaire spoel (in V)

Np = Aantal windingen van de primaire spoel

Ns = Aantal windingen van de secundaire spoel

Een transformator heeft een primaire spoel met 400 windingen en een secundaire spoel met 10 windingen. De primaire spanning is 230 V. Bereken de secundaire spanning.

Opdracht

Maak: opdrachten routekaart

Werkvorm: zelfstandig, tijd

Vooruitblik volgende les

Leerdoelen

je kunt berekeningen maken met het verband tussen vermogen, spanning en stroomsterkte

je kunt berekeningen maken met het verband tussen energie, vermogen en tijd

Wat heb je geleerd?

Klaar?

Moeilijke opdracht klassikaal, doorlezen, anders??