Situatie 1: In een café (26 février)

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Villangues 

Bonjour !! 

Aujourd'hui c'est 26 février.

1. Ga zitten volgens de gemaakte groepen 

(met deze groep ga jij ook lopen in Namen).

2. Log in bij lesson up - je klas. Klik op les Situatie 1 

(in de map 'oefenen') 

3. Lees alle informatie en bekijk het filmpje

4. Maak de opdrachten

5. Na ca. een half uur gaan we rollenspellen doen.

Villangues

een taalstad in België (Namur = Namen) 

•  Er worden groepen van drie gevormd. 
• Ieder groepje krijgt een plattegrond en een tijdsplanning.
•  Je loopt door de stad en steeds kom je in andere situatie ( totaal 5  situaties). We noemen dat de carrousel. In deze situaties spreek je Frans. 
• De carrousel duurt iets langer dan drie uur.
• Daarnaast voeren jullie nog andere taalopdrachten uit. 
•  Elke opdracht duurt een kwartier.
• De beoordeling komt in jullie paspoort.

De situaties 

1. Cafégesprek :  over het eigen leventje, school, familie en vrienden.
   
2. Bij de toeristeninformatie : je bent in een stad en wilt informatie + ansichtkaart kopen (situatie 7)
3. Ontmoeting met een reiziger : over de reis, de stad en het land.
4.  Interview : met vragen naar keuze, jullie krijgen dezelfde vraag teruggespeeld!
5.  Broodje kopen bij de bakker  en ansichtkaart met postzegel.
6. Mission Impossible, tien uitdagende opdrachten die wat ‘taal lef vragen"

oefenen

Je oefent met :

- oefenboekje 

- be.villangues.eu ( http://be.villangues.eu)

Toegangscode : Viveleslangues

- Bereid de gesprekken eerst schriftelijk voor en voer de gesprekken met elkaar om te oefenen :  daarna draai je de rollen weer om. 

- Je leert de gesprekken uit je hoofd!

Situatie 1 

Je wilt iets drinken en gaat een café binnen. Je raakt in gesprek met een jonge man/ vrouw die daar zit. Je stelt je voor en praat over je dagelijks leven: school, familie, hobby's , vrienden...etc 

( boekje page 40)

samen oefenen met gesprek 1 (vragen / antwoorden)

Situatie 1

- Je vertelt hoe je heet en waar je woont.

- Je zegt op welke school je zit en in welke klas;

- Je vertelt iets over je vrienden, die je op school (of daarbuiten) hebt;

- Vertel wat jullie doen na school (noem minstens 3 dingen zoals sport, winkelen, gamen);

- Vraag wat de ander doet in zijn/haar vrije tijd;

 - Zeg wat jij van die activiteiten vindt.

Voorbeeld vragen die je kan krijgen :

Beantwoord de vragen in het Frans en oefen samen ( vraag / antwoord)

-jezelf voorstellen, familie , vrienden

1. Présente -toi?  Comment tu t'appelles et tu as quel âge? tu habites où?
2. Ton anniversaire c'est quand? 
3. Parle moi de ta famille : tes parents, tes frères / soeurs , ils ont quel âge?
   
4.  Il est comment ton frère / soeur?
5. Qu'est- ce que tu fais avec tes amis (es) après l'école? (tv- programma's of computer ..etc.
6. Qu'est- ce que ton père fait comme métier? 

School: 

7.  Tu es en quelle classe?

8. Comment s'appelle ton collège? 

. Comment est- ce que tu vas au collège ? En vélo ou à pied? 

9. Qu'est- ce que tu aimes comme matière? Pourquoi?

10. Qu'est- ce que tu n'aimes pas comme matière et Pourquoi?

11. Qu'est- ce que tu aimes faire plus tard /later 

12.   Quelles sont les matières nécessaires pour faire ce métier?

13. Tu es fort(e) en quelle matière?

Hobby's / vrije tijd: 

1. Et en dehors de l'école, tu fais un sport?

10. Tu t'entraînes combien de fois à la semaine?

11. Tu aimes la musique?

12. Tu joues d'un instrument? 

14. 

 

Thuis:

1. parle -moi de ta maison ( grande / petite. combien de chambres...etc: )

2. Parle-moi de ta chambre.

(groot, klein, mooi, wat heb jij allemaal in je kamer)

En nu oefenen....

Schrijf hele zinnen in het Frans...

Gebruik je Villagues boekje : 

Vertel hoe je heet en waar je woont

Stel vragen en geef antwoorden:
- Vraag ( de ander) hoe die heet en waar die woont.
- Je vertelt hoe je heet en waar je woont

- Vraag de ander in welke school die zit en in welke klas.
- Je zegt op welke school je zit en in welke klas .

- Vraag of de ander vrienden heeft op school of buiten school.
- Je verteld iets over je vrienden die je op school hebt of daarbuiten.

Vertel wat jullie doen na school (noem minstens 3 dingen zoals sport, winkelen, gamen);

Vertel hoe jij je hobby's/sport vindt.

Il y combien de personnes dans ta famille ?

Quelle est la profession de tes parents ?

Vertel hoe je huis eruit ziet.

Vous apprenez quelles langues au lycée?

Tu aimes les devoirs ?

Prêt? Klaar?

Ga verder met je werkboekje of oefenen op de padlet.

Klik hier om naar de padlet te gaan.

Hierna gaan we rollenspellen oefenen.

Zinnen maken + interview vragen

                    

Rollenspellen (4 verschillende gesprekken)

 

 

Devoirs

1. Faire:
Zorg dat je opdracht A, B, D, F van je werkboekje af hebt.

2. Apprendre:

Leer de situaties (kleine boekje) en je interview uit je hoofd.

https://create.kahoot.it/share/duplicate-of-les-trois-rois-6-janvier/0735b0a8-2cce-4035-8102-ac3711f390e3