Levensfasen

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Mijn lijf en ik

Doelstellingen

* Je kan de levensloopfasen in chronologische volgorde plaatsen.

* Je kan de leeftijdsgrenzen van elke afzonderlijke levensloopfase benoemen.

* Je toont je bereid om naar elkaars inbreng te luisteren.

* Je kan respectvol om gaan met gelijkenissen en verschillen.

Ontwikkeling

Wat herinner je nog van jouw kindertijd?

Tekst

Welke ontwikkelingen maken mensen mee?

Tekst

Onderdelen

•  Fysieke ontwikkeling: lichamelijke, motorische en sensorische ontwikkeling.
• Cognitieve ontwikkeling: denkontwikkeling, taalontwikkeling en persoonlijkheidsontwikkeling
• Socio-emotionele ontwikkeling: sociale ontwikkeling en emotionele ontwikkeling

Jongeren zijn vaak bezig met vrienden en relaties. Met welk deel van de ontwikkeling heeft dat te maken?

1. De fysieke ontwikkeling
2. De cognitieve ontwikkeling
3. De socio-emotionele ontwikkeling
4. Geen van allen.

Jongeren zijn vaak bezig met vrienden en relaties. Met welk deel van de ontwikkeling heeft dat te maken?

1. De fysieke ontwikkeling
2. De cognitieve ontwikkeling
3. De socio-emotionele ontwikkeling
4. Geen van allen.

Ontwikkeling

Cognitieve ontwikkeling

In deze levensfase leert een kind..

• Zijn geheugen te gebruiken
• Problemen oplossen

Socio-emotionele ontwikkeling

• Emoties.
• Je kunnen verplaatsen in een ander.
• Vrienden of vriendinnen maken (vaak hetzelfde geslacht).
• Pesten en plagen.

Levensfasen: jongere

jongere

- Je bent een tiener van 12 tot 18/20 jaar oud.

- Deze levensfase wordt ook wel de puberteit genoemd.

Fysieke ontwikkeling

Meisjes	Jongens
- Ongesteld - Borsten - Heupen, armen en benen - Schaamhaar - Puistjes	- Geslachtsorganen groeien - Zwaardere stem - Baardgroei - Schaamhaar - Puistjes

Geestelijke ontwikkeling

- Abstract denken

- Redeneren

Socio-emotionele ontwikkeling

- Zelf beslissingen nemen

- Relaties en vrienden

- Stemmingswisselingen (onder andere door hormonen)

                                  Bespreek samen :

-Welke ontwikkelingen horen bij 'de puber'?

-Wat vinden jullie pubergedrag?

-Waar storen je ouder(s) zich aan bij jouw gedrag?

-Aan welk gedrag van jou ouder(s) stoor jij je?

Stellingen:

-Pubers zijn lui;

-Pubers zijn egocentrisch;

-Pubers zijn onverantwoordelijk;

-Pubers hebben zo min mogelijk grenzen en regels nodig;

-Jongens zijn gemakkelijker als puber dan meisjes;

-Pubers verdienen geen straf. Het brein is nog onvoldoende ontwikkeld;