12.2 Het zit in de familie (deel 1) 2022

Welkom!
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Slide 1 - Diapositive

12.2: Het zit in de familie (deel 1)

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  •  Je kunt uitleggen wat monogeen betekend.
  •  Je kunt uitleggen wat een recessief overervende ziekte is en hier voorbeelden van geven.
  •  Je kunt uitleggen wat een drager is.
  •  Je kunt uitleggen wat een dominant overervende ziekte en  geslachtsgebonden recessieve/dominante overerving is en hier kruisingsschema's bij opstellen en kansen bepalen. 

Slide 3 - Diapositive

Bibliotheek tijd
  • Lezen blz. 92-95
  • Bestudeer bron 1-4
timer
7:00

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Lesdoelen 12.2
'Het zit in de familie'
  • Je kan uitleggen hoe aandoeningen overerven.

  • Je kan uitleggen hoe je eigenschappen in een stamboom weergeeft.

Slide 7 - Diapositive

Hoe krijg je een erfelijke aandoening?
Erfelijke aandoeningen: veroorzaakt door foutjes in de genen. 
Monogeen: erfelijke aandoening bepaald door één gen (bv albinisme)

Recessief overervende ziekte: 
ziekmakende allel dat niet tot uiting komt bij een heterogeen genenpaar 

Drager: mensen die één recessief allel bij zich dragen en niet ziek zijn. 

Slide 8 - Diapositive

Recessief overervende ziekte 
- Als beide ouders heterozygoot zijn voor een eigenschap (bv. Aa + Aa)

- Als de ziekte niet tot uiting komt, noem je het ziekmakende allel 'recessief' (bv 'a')

-> Is dochter ziek, dan is zij 'aa'.  

Slide 9 - Diapositive

Dominant overervende ziekte

  • Aa = ziek
  • aa = gezond
  • Kans op ziekte 50%

Slide 10 - Diapositive

Zelf doen (havo)
Maken: opdracht 1 t/m 8

Slide 11 - Diapositive

Weinig kleurenblinde meisjes
Geslachtsgebonden recessieve overerving:
als een aandoening veroorzaakt wordt door een  gen op het X-chromosoom en recessief is. ->
Vrouw heeft nog een ander X-chromosoom om 'te compenseren', dus mannen met x-chromosomale aandoening komt vaker voor. 

Noteren van geslachtsgeb.eigenschap:
voorbeeld: XA en Xa

Slide 12 - Diapositive

X-chromosomale afwijking -> voorbeeld
Voorbeeld: op Y-chromosoom zitten geen allelen voor de eigenschap kleurenblindheid. 

Zie afbeelding hiernaast. 
- Genotype vader met dominante allel noteer je als XAY. (niet kleurenblind)
- Genotype van moeder noteer je als XAXa. (drager)

meisje kan alleen kleurenblind zijn als vader kleurenblind is en moeder drager. 

Slide 13 - Diapositive

Waarvoor gebruik je een stamboom?

Stamboom: overzicht van een familie  waarin je de fenotypen van elk persoon voor een bepaalde eigenschap noteert. 


Slide 14 - Diapositive

Zelf doen
Maken: opdracht 1 t/m 10

Slide 15 - Diapositive

Welkom!

Slide 16 - Diapositive

Gezamenlijk bespreken
Vraag 1 t/m 10

Slide 17 - Diapositive

Uitwerkingen

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Meer oefenen
biologiepagina.nl

Slide 28 - Diapositive

Een man en een vrouw hebben allebei de ziekte van Huntington (dominante overerving). Ze hebben al een gezonde dochter samen gekregen. Hoe groot is de kans dat hun volgende kind ook gezond is?
A
100%
B
50%
C
25%
D
0%

Slide 29 - Quiz

Uitleg vraag
Allelen: H= huntington en h= gezond, want huntington is dominant.
P-generatie fenotype: huntington vrouw x huntington man.
P-generatie genotype: Hh x Hh, want ze hebben al een gezond kind, dus allebei heterozygoot.
F1 (nakomelingen) genotype: HH, Hh, Hh en hh
Antwoord: gezond kind als hh; dit is 1 op de 4, dus 25%.


Slide 30 - Diapositive

Twee ouders zijn drager van een recessief overervende ziekte. Zij zijn in verwachting van een kind. Hoe groot is de kans dat dit kind ook drager is?
A
100%
B
50%
C
25%
D
0%

Slide 31 - Quiz

Uitleg vraag
Allelen: F= gezond en f=ziek, want recessief overervend en drager mogelijk.
P-generatie fenotype: drager x drager= heterozygoot x heterozygoot
P-generatie genotype: Ff x Ff
F1 (nakomelingen) genotype: FF, Ff, Ff en ff
Antwoord: drager als Ff; dit is 2 op de 4, dus 50%.


Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Bij bananenvliegjes wordt de oogkleur o.a. bepaald door een gen gelegen in het X-chromosoom. Het allel voor rode oogkleur is dominant over het allel voor witte oogkleur.
Bij welke van de volgende kruisingen zullen alle mannelijke nakomelingen witogig zijn?
A
heterozygoot wijfje x roodogig mannetje
B
heterozygoot wijfje x witogig mannetje
C
witogig wijfje x roodogig mannetje
D
homozygoot roodogig wijfje x witogig mannetje

Slide 34 - Quiz

Uitleg vraag
Allelen: D= roodogig en d=witogig, want roodogig is dominant.
P-generatie fenotype: witogig wijfje x roodogig mannetje.
P-generatie genotype: XdXd x XDY.
F1 (nakomelingen) genotype: XDXd (vrouwtjes) of XdY (mannetjes).
F1 fenotype (mannelijk): XdY en dus wit.

Slide 35 - Diapositive

Bij kanaries komt een allel e voor dat X-chromosomaal en recessief is. Embryo's die geen allel E bezitten, sterven in een vroeg stadium.
Bij vogels hebben mannetjes twee X-chromosomen per lichaamscel en vrouwtjes één X- en één Y-chromosoom.
Een kanarievrouwtje paart met een homozygoot kanariemannetje.

Hoe groot is de kans dat het eerst-uitgekomen kanariemannetje heterozygoot is voor deze eigenschap?
A
100%
B
75%
C
50%
D
0%

Slide 36 - Quiz

Uitleg vraag
Mannetje= XEXE (dominant en je moet de E hebben, anders niet levensvatbaar)
Vrouwtje=XEY (moet de E hebben, anders niet levensvatbaar).
Dus al het nageslacht heeft ook XEXE of XEY en dus geen heterozygoten. 

Slide 37 - Diapositive

Verwerken
  • Maak de opdrachten 1-10 van 12.2 uit je werkboek.
  • Klaar: kijk de vragen na (de antwoorden staan op It's Learning; zie planner)

Slide 38 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat monogeen betekend.
- Je kunt uitleggen wat een recessief overervende ziekte is en hier voorbeelden van geven.
- Je kunt uitleggen wat een drager is.
- Je kunt uitleggen wat een dominant overervende ziekte en geslachtsgebonden recessieve/dominante overerving is en hier kruisingsschema's bij opstellen en kansen bepalen. 

Slide 39 - Diapositive