Werkwoorden
De orkaan had over het land........ (razen, vd).
1 / 14
Éléments de cette leçon
De orkaan had over het land........ (razen, vd).
Slide 1 - Question ouverte
De gevluchte man werd uiteindelijk toch...... (arresteren, vd).
Slide 2 - Question ouverte
Ik .....(vergroten, vt) mijn kans op deze manier aanzienlijk.
Slide 3 - Question ouverte
De oude man ..... (sjokken, tt) rustig door het park.
Slide 4 - Question ouverte
We hadden onze grenzen flink ... (verleggen, vd).
Slide 5 - Question ouverte
Diederik ... (gapen, vt) ongegeneerd tijdens de geschiedenisles.
Slide 6 - Question ouverte
Sanne had zich op tijd .... (afmelden, vd) voor de voetbaltraining.
Slide 7 - Question ouverte
Mijn ouders .... (beloven, vt) nooit meer tegen mij te liegen.
Slide 8 - Question ouverte
Ik ... (hoeven, tt) geen aardappels meer.
Slide 9 - Question ouverte
Mijn vader is vorige week .... (opereren, vd).
Slide 10 - Question ouverte
Ik wil nog extra uitleg over werkwoorden
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quiz
Dictee
Slide 12 - Question ouverte
Dictee
Slide 13 - Question ouverte
Dictee
