Een traumatische gebeurtenis voor het kind de leeftijd van 18 heeft bereikt.
Uit onderzoek blijkt dat 45% van de kinderen in groep 8 al te maken hebben gehad met een ACE.
Slide 23 - Diapositive
Wat valt allemaal onder ACE.
Kindermishandeling- en verwaarlozing
Seksueel misbruik
Ernstig zieke of overleden ouders
Geweld tussen ouders (of ex-partners, denk aan vechtscheiding)
Alcohol misbruik van ouders
Drugsgebruik van ouders
Psychiatrische aandoening bij ouders
Wat valt allemaal onder ACE.
Depressie of zelfmoord(poging) huisgenoot
Ouder(s) in de gevangenis
Bedreiging met een mes of vuurwapen
Vluchteling uit oorlogsgebied of arbeidsmigrant
Gepest worden
Armoede
Racisme/discriminatie
Slide 24 - Diapositive
Wat is een ingrijpende gebeurtenis / trauma?
Een traumatische gebeurtenis is een gebeurtenis waarbij je leven bedreigd wordt of je lichamelijke integriteit in gevaar is en je volkomen machteloos bent.
Als je meer dergelijke gebeurtenissen meemaakt, of als die gebeurtenissen lang aanhouden loop je een grotere kans getraumatiseerd te raken.
Slide 25 - Diapositive
Grotere kans op een trauma
Hoe jonger het kind is.
Als de gebeurtenis zich herhaalt.
De betekenis die de gebeurtenis voor het kind heeft.
Als het geweld binnen een relatie plaatsvindt.
Als het ‘verraad’ door een hechtingsfiguur plaatsvindt.
Slide 26 - Diapositive
De cijfers
45% van de kinderen in groep 8 heeft te maken gehad met een ACE
36% van kindermishandeling is emotionele verwaarlozing
24% is fysieke verwaarlozing
11% is emotionele mishandeling
18% is fysieke mishandeling
4% is seksueel misbruik (ligt waarschijnlijk hoger).
Jaarlijkse totaal: 119.000 kinderen.
Slide 27 - Diapositive
Thema 2
Wat kan je als docent doen.
Slide 28 - Diapositive
Traumasensitief lesgeven
Het gedrag van een kind op een andere manier proberen te begrijpen.
Die gedragingen van kinderen zijn divers maar wel problematisch: plotselinge uitbarstingen, hyperactief gedrag, erg angstig gedrag, controle zoekend gedrag, teruggetrokken gedrag.
Slide 29 - Diapositive
Traumasensitief lesgeven
De leerkracht moet om te beginnen heel kalm, duidelijk en vriendelijk zijn. Dat is niet zomaar gezegd en gedaan.
De kalmte is nodig, omdat kinderen ( eigenlijk net als alle mensen) aanvoelen of jij kalm bent. Alleen iemand die zelf kalm is, kan zorgen voor minder stress bij deze kinderen. De stress die zij ervaren moet omlaag. Een kalme leraar (ook als het gedrag niet is wat jij wil) is belangrijk.
Slide 30 - Diapositive
Traumasensitief lesgeven
De duidelijkheid is nodig, omdat voor een getraumatiseerd brein alles wat niet duidelijk is, meteen onveilig is. Je moet dus zorgen voor duidelijke gedragsregels, maar ook voor een duidelijke lesuitleg en duidelijke opdrachten. Ook een zichtbare dagplanning en routines in je klas helpen mee aan het veiligheidsgevoel.
Slide 31 - Diapositive
Traumasensitief lesgeven
Vriendelijk zijn: Het duurt een tijd voor een getraumatiseerd kind je vertrouwt en gelooft dat jij niet gevaarlijk bent. Als jij vriendelijkheid uitstraalt, komt het sociale betrokkenheidssysteem op gang. Het kind durft zich op den duur ‘te verbinden’ met jou. Omdat deze kinderen ook niet zomaar geloven dat jij ze wil helpen, zul je jouw hulp vaak zelf vriendelijk moeten aanbieden.
Slide 32 - Diapositive
Traumasensitief lesgeven
Uitleggen wat er gebeurt
Kinderen die getraumatiseerd zijn, vertonen allerlei gedrag waarvan ze zelf ook niet begrijpen waarom ze het vertonen. De relatie tussen hun gedachten, gevoel en gedrag moeten leerkrachten soms proberen uit te leggen.
Slide 33 - Diapositive
Traumasensitief lesgeven
Bij kleuterleerkrachten vaak een vanzelfsprekend iets, maar verderop in de (basis)school niet altijd meer gebruikelijk. Toch kan dit kinderen helpen te begrijpen waarom ze doen zoals ze doen.
Het helpt kinderen echt als ze leren wat verschrikkelijke gebeurtenissen voor invloed hebben op je humeur, je leren en je gedrag. Zo leren ze triggers herkennen en vinden ze makkelijker een manier om ermee om te gaan.
Slide 34 - Diapositive
Kijken met een traumabril
Als de leerling het verkeerde gedrag laat zien, bedenk dan eens:
Wat is er echt aan de hand?
Wat heeft deze leerling nodig?
Kan ik mijn perspectief aanpassen?
Welke trigger zie ik over het hoofd?
Is de opdracht de oorzaak?
Heb ik iets gezegd dat dit gedrag veroorzaakt?
Heeft een klasgenoot iets gezegd of gedaan?
Of dacht de leerling aan een nare ervaring?
Slide 35 - Diapositive
Ontlaadmomenten
Het is belangrijk om te bewegen, zeker als je veel stress ervaart. De energizers die je als tussendoor kan doen en de sportlessen, helpen het brein tot rust te komen en wat stress kwijt te raken. Veel korte beweegmomenten op een dag helpen getraumatiseerde kinderen tot rust te komen. Bij spelvormen voelen ze zich bovendien sterk(er) verbonden met anderen, iets dat ze op andere momenten vaak missen. Ook zingen, dansen en muziek maken dragen bij aan een gevoel van veiligheid.
Slide 36 - Diapositive
Wat vond je van de les? Is er nog iets wat je kwijt wilt?