woordsoorten lidwoord en zelfstandig naamwoord

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

terugblik vorige les

woordsoorten

productdoel: ik weet wat woordsoorten zijn en kan 2 voorbeelden noemen

procesdoel:  Ik doe wat er van me gevraagd word.

Wat zijn woordsoorten?

Woordsoorten zijn eigenlijk een soort 'families'.  Elk woord in de Nederlandse taal kun je onderverdelen in zo'n familie.
Door woordsoorten te kennen kun je zinnen beter begrijpen. Het helpt je ook bij het leren van een andere taal.

Welke woordsoorten ken je?

De woordsoorten die jij moet kennen zijn...

Lidwoord (lw)
Werkwoord (ww)
Zelfstandig naamwoord (zn)
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
voorzetsels (vz)

Welke lidwoorden ken je?

De lidwoorden (lw) zijn:

de, het, een

Lidwoorden staan, of kun je in gedachten plaatsen, voor het zelfstandig naamwoord.

Geef een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord (zn)

Zelfstandig naamwoord (zn)

 Mensen, dieren, dingen of een abstract begrip (de liefde, het gevoel). We zeggen ook wel: zelfstandig naamwoorden zijn namen van mensen, dieren of dingen. Meestal staat bij een zelfstandig naamwoord een lidwoord of kun je er een lidwoord bij denken. Je kunt het verkleinen en in meervoud zetten.

Maak 2 zinnen met een lidwoord en een zelfstandig naamwoord.

5 fasen-model

wat: pak je boek en ga verder waar je gebleven bent

hoe: zelfstandig werken

tijd: tot 5 minuten voor tijd

resultaat: je hebt voldoende opdrachten gemaakt

evaluatie

Productdoel: Wat heb je geleerd?

Competentie 2.2: Ik doe wat er van me gevraagd word.