2M 11 octobre

• Frans
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

VOOR EEN GOEDE LES

1. Je gaat rustig op je plek zitten

2. Je boek op tafel
3. Je luistert als docent praat

4. Je doet mee! (ook huiswerk)

5. We zijn aardig voor elkaar 

Beste leerlingen,

Ecouter. Luister. De vorige lessen gingen niet. Te veel leerlingen waren niet met leren bezig. zoals ik wilde en ook niet zoals de meeste leerlingen hier willen. Waarom zijn we nu in dit lokaal. We zijn hier  om Frans te leren. Ik doe daar mijn best voor. Ik denk dat jullie dat allemaal prima kunnen en ook een goed cijfer kunnen halen. Maar dat gaat niet zomaar. Daar moet je wel iets voor doen. Daar moeten jullie ook je best voor doen. 

Als je er voor kiest om niet mee te doen en de klasseregels te verstoren, dan kan ik niet anders doen dan je een straf te geven. Dat is allemaal best onnodig. Doe je best en laat zien dat je het kan. Ik vertrouw erop! Vandaag vraag ik twee dingen. De oefening goed doen. En 15 minuten Frans praten laten met elkaar

Bienvenue dans la classe

Brugklas - 2M -11 octobre

Lesdoelen

• Ik kan een gesprek voeren over vakantie voeren
• Ik ken het verschil in uitspraak tussen é en è
• Ik kan de voltooide tijd gebruiken

Dat was ook huiswerk... 

Au programme

• Uitleg programma en lesdoelen (5 min)
• Huiswerk bespreken- LIRE (25 AB en 26 A&B (p.40-44) )
• Oefening - Voltooide tijd / passé composé (10 min.)
• Au travail - G -PARLER  (20 min)
• La fin / Les devoirs ( 10 minutes)
  

Dat was ook huiswerk... 

Lesdoelen

• Ik kan een gesprek voeren over vakantie voeren
• Ik ken het verschil in uitspraak tussen é en è
• Ik kan de voltooide tijd gebruiken

Dat was ook huiswerk... 

Boek open op p.42/43

Ik kom langs om
te zien hoe het ging

Dat was ook huiswerk... 

Zo zitten we 

Dat was ook huiswerk... 

Wat is de passé composé?

Wat is de passé composé?

1. toekomende tijd
2. tegenwoordige tijd
3. verleden tijd

elle (chanter = zingen, passé composé)

passé composé

1. as chanté
2. chantait
3. a chanté
4. a chantée

Tu (manger = eten, passé composé)

passé composé

1. as mangé
2. a mangé
3. est mangé
4. es mangé

Nous (faire= doen, passé composé)

passé composé

1. avons fait
2. avons fairé
3. a fait
4. ont fait

vous - manger

passé composé

1. vous mangez
2. vous avez mangé
3. vous êtes mangé
4. vous mangons

Zet in de passé composé
wij zijn geweest

1. Nous avons été
2. Nous sommes été
3. Vous êtes été
4. Vous avez été

Snap je hoe je de passé composé maakt?

1. ja, ik kan zelf de passé composé maken
2. Ik begin het te snappen, ik moet nog wel veel oefenen
3. nee, ik heb meer uitleg nodig

OEFENING - VOLTOOIDE TIJD

IN STILTE 

Dit is ook huiswerk
voor woensdag 16 oktober

Eerder klaar: 27 C (p. 44)
Lees de phrases-clés.
Op p. 52 vind je de vertaling!

G- PARLER

Wat? 

fais 27C,D,E
28 et 29B

Hoe?
checken in DUO'S
(fluistertoon)

Terugblik 

Wat heb je geleerd?

Wat is belangrijker bij het begrijpen van een Frans

leestekst?

Huiswerk 16 OCTOBRE

Oefeningen met de passé composé inlveren.

Zet je naam erop