Erfelijkheid b4 chromosomen en genen

les 4: Chromosomen en genen
thema  4 Erfelijkheid 

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

les 4: Chromosomen en genen
thema  4 Erfelijkheid 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Uitleg b4 chromosomen en genen

  • Tweelingen bespreken opdr 9, 10 en 11
  • Vragen over chromosomen en genen
  • Via de chat in TEAMS kun je tijdens de les vragen stellen

Slide 2 - Diapositive

Chromosomen en genen
Lesdoelen:
  • Je kunt beschrijven waar zich de informatie voor erfelijke eigenschappen bevindt
  • Je kunt uitleggen dat het genotype wordt bepaald op het moment van de bevruchting

Slide 3 - Diapositive

Erfelijkheid
Het staat allemaal in onze genen.

  • Cel
  • Celkern
  • Chromosoom
  • GEN


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Op een rijtje....
Chromosomen liggen in de celkern.
Chromosomen bestaan uit strengen DNA.
DNA bevat codes voor verschillende eigenschappen.
Een stukje chromosoom met de code voor 1 eigenschap is
een gen

Al deze informatie bij elkaar heet het genotype

Slide 6 - Diapositive

Waar bevinden zich de erfelijke eigenschappen?
A
Overal in het lichaam
B
In elke celkern
C
In elke geslachtscel
D
In elke cel

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein
A
cel-celkern-DNA-chromosoom-gen
B
cel-celkern-chromosoom-gen-DNA
C
cel-celkern-chromosoom-DNA-gen
D
cel-celkern-DNA-gen-chromosoom

Slide 8 - Quiz

Chromosomen en genen
- Al jouw lichaamscellen bevatten 46 chromosomen met de informatie voor al jouw erfelijke eigenschappen.

 
- Alle chromosomen komen in paren voor en zijn dus dubbel aanwezig. De twee chromosomen van een paar zijn aan elkaar gelijk. Ze bevatten genen voor dezelfde erfelijke informatie. 

- In lichaamscellen komen de genen dus in paren voor. 

- Een genenpaar bevat de informatie voor 1 erfelijke eigenschap.


Slide 9 - Diapositive

Lichaamscel met chromosomen en genen
- De chromosomen komen in paren voor.

- De genen komen ook in paren voor.

- Een genenpaar bevat de informatie voor één erfelijke eigenschap

Slide 10 - Diapositive

genenparen

Slide 11 - Diapositive

Genen kunnen aan of uit staan, dit hangt samen met de functie die de cellen hebben.

Het gen dat codeert voor het maken van pigment staat dus wel aan in de huid, maar niet in de lever
 

Slide 12 - Diapositive


Geslachtscel (23) - Bevruchting (46)
In een geslachtscel (eicel - zaadcel) zitten 
23 chromosomen.
Chromosomen komen in geslachtscellen enkelvoudig voor (niet in paren).
Er komen daarom alleen enkelvoudige genen voor (geen genenparen).

In de animatie komen de enkelvoudige chromosomen bij de bevruchting in de celkern samen. Er ontstaan chromosomen- en genen paren.  Het genotype is zo bepaald.
Eicel en zaadcel smelten samen: bevruchting!

Slide 13 - Diapositive

chromosomen bij de bevruchting
De zaadcel heeft de helft van de informatie, meegekregen van de "vader"
De eicel heeft de helft van de informatie, meegekregen van de "moeder"
23 + 23 chromosomen = 46 chromosomen

Slide 14 - Diapositive

Op welk moment wordt het genotype van iemand bepaald?
A
Tijdens de celdelingen
B
Bij bevruchting
C
Tijdens innesteling
D
Bij de geboorte

Slide 15 - Quiz

Gen
Celkern
DNA
Chromosomen
Allelen

Slide 16 - Question de remorquage

Wat zijn chromosomen?

Slide 17 - Question ouverte

Hoeveel chromosomen bevat de kern van een cel in je oog? En hoeveel paren chromosomen bevat de kern van een cel in je huid?

Slide 18 - Question ouverte

Bevat ieder chromosoom 1 of meerdere genen?
A
1 gen
B
meerdere genen
C
dat is per chromosoom verschillend
D
dat is niet te zeggen

Slide 19 - Quiz

In een lichaamscel komen genen komen voor in paren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Welke genen kom je tegen in een levercel?
A
Alleen genen die te maken hebben met de lever
B
Alle genen die een mens heeft
C
Helft van de genen
D
Kwart van de genen

Slide 21 - Quiz

Bevatten een maagcel en een cel uit bot van je vinger dezelfde genen?

Slide 22 - Question ouverte

In de afbeelding hiernaast zijn vier chromosomen schematisch getekend.

Welk chromosoom vormt een paar met chromosoom 1? Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Question ouverte

Chromosomen en genen
Lesdoelen:
  • Je kunt beschrijven waar zich de informatie voor erfelijke eigenschappen bevindt
  • Je kunt uitleggen dat het genotype wordt bepaald op het moment van de bevruchting

Slide 24 - Diapositive

Aantekening maken!
Ben je klaar met de Lesson Up?
Neem de aantekening hieronder over in een schrift. Dit kun je goed gebruiken voor het deeltentamen over het thema Erfelijkheid.

Aantekening Thema Erfelijkheid basisstof 4:

Al jouw lichaamscellen bevatten 46 chromosomen met de informatie voor al jouw erfelijke eigenschappen.Chromosomen liggen in de celkern. Chromosomen bestaan uit strengen DNA. DNA bevat codes voor verschillende eigenschappen. Een stukje chromosoom met de code voor 1 eigenschap is een gen.
In lichaamscellen komen chromosomen in paren voor. In lichaamscellen komen de genen ook in paren voor.
Genen kunnen aan of uit staan, dit hangt samen met de functie die de cellen hebben.


Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo