Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Paragraaf 1.5 Terugrekenen met procenten
Leg bladzijde 37 voor je open!
Slide 1 - Diapositive
Wat heb je gisteren gegeten?
Slide 2 - Question ouverte
Voorkennis
Wat weet je al?
Slide 3 - Diapositive
Lesdoelen
Je leert het geheel te berekenen.
Je leert de oude situatie te berekenen naar een stijging.
Je leert de oude situatie te berekenen naar een daling.
Slide 4 - Diapositive
Uit hoeveel woorden bestaat het eerste lesdoel?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 5 - Quiz
Uitleg theorie
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Vidéo
Wat heb je geleerd van dit filmpje?
Slide 9 - Question ouverte
Incl. BTW
%
€
Een scooter kost €2000 incl. BTW, hoeveel kost hij excl. BTW?
Slide 10 - Diapositive
De scooter kost (2000:121x100)
€1652,89 excl. BTW
Incl. BTW
%
kosten
100
1652,89
2000
////
121
1
incl. BTW is 121%
!
excl. BTW is 100%
!
Een scooter kost €2000 incl. BTW, hoeveel kost hij excl. BTW?
Let op:
incl. BTW is altijd 100%
excl. BTW is 121% of 106%
!
Slide 11 - Diapositive
wat weet je
wat moet je weten
waar komen de 1 en de ///
uitrekenen
% terugrekenen
aantal
%
100
6 leerlingen in de klas dragen een bril, dat is 27,3% van alle leerlingen.
Hoeveel leerlingen zitten in de klas?
Slide 12 - Diapositive
Er zitten (6:27,3x100)
22 leerlingen in de klas
wat weet je
wat moet je weten
waar komen de 1 en de ///
uitrekenen
% terugrekenen
aantal
%
22,0
6
100
27,3
////
1
2
4
1
1
3
3
6 leerlingen in de klas dragen een bril, dat is 27,3% van alle leerlingen.
Hoeveel leerlingen zitten in de klas?
Slide 13 - Diapositive
Schrift
Neem het voorbeeld over in je schrift.
Het voorbeeld staat bij de volgende dia (deze neem je over).
Nadat je deze overgenomen hebt maak je hiervan een foto en zorg je dat deze hier wordt geüpload.
(deze dia komt na het voorbeeld).
Slide 14 - Diapositive
Neem het voorbeeld over in je schrift.
Foto hier uploaden.
Slide 15 - Question ouverte
Je kan het!
Enkele oefeningen...
Slide 16 - Diapositive
Het aantal inwoners van een stad stijgt met 6% per jaar, de groeifactor is dan:
A
6
B
1,06
C
1,6
Slide 17 - Quiz
De rente op je spaargeld is 1,2%, de groeifactor is dan:
A
1,2
B
1,02
C
1,012
Slide 18 - Quiz
Het aantal haaien daalt met 6,7 % per jaar, de groeifactor is dan:
A
0,933
B
93,3
C
1,067
Slide 19 - Quiz
In een aquarium zitten 7 rode vissen en dat is 58.3%.
Hoeveel vissen zitten in de aquarium?
procent
euro
12
100
7
1
X
58,3
Procent
Aantal
5
41,7
Slide 20 - Question de remorquage
Kader 3 zijn er 52 leerlingen online en dat is 68,4%. Hoeveel leerlingen zitten op 3 kader?
procent
euro
76
100
52
1
X
68,4
Aantal
Procent
24
31,6
Slide 21 - Question de remorquage
In een aquarium zitten 5 rode vissen en dat is 20,1%.
Hoeveel vissen zitten in de aquarium?
procent
euro
24
100
5
1
X
20,1
Aantal
Procent
19
79,9
Slide 22 - Question de remorquage
Nora koopt een cd in de opruiming. Ze heeft er €6,95 voor betaald en heeft 59% korting gekregen? Hoeveel kosten de cd eerst (dus voor de korting)?
Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
16,95
100
6,95
1
X
59
Bedrag
Procent
41
10,00
Slide 23 - Question de remorquage
In de winkelstraat lopen 140 mensen rond. Er worden 119 mensen gevraagd om mee te doen aan een enquete. Hoeveel procent van de mensen is ondervraagd?
140
140
119
X
1
85
Slide 24 - Question de remorquage
Een tv kost nu €436 en hierdoor 12,5% goedkoper geworden. Hoeveel kostte de tv voordat hij goedkoper werd. Rond af op hele euro's.
Slide 25 - Question ouverte
De huurprijs is met 4,7 % verhoogd. De nieuwe huurprijs is €575,30.
Bereken de oude huurprijs.
Slide 26 - Question ouverte
Inclusief 21% btw kost een laptop €599,-. Bereken de prijs exclusief btw.
Slide 27 - Question ouverte
In 2008 zijn 321000 mensen werkloos. Dit is 4,2% van de gehele groepsbevolking. Reken uit hoeveel de gehele groepsbevolking is.
Slide 28 - Question ouverte
Een cd is in de opruiming 45,5% goedkoper geworden. De cd kost nu € 11,99. Hoeveel kostte de cd voor de opruiming?
Slide 29 - Question ouverte
Deze zomer is Frankrijk de favoriete bestemming voor kampeerders. Maar liefst 1 120 000 Nederlanders kamperen daar. Dat is 40,5% van alle Nederlanders die in het buitenland kamperen. Hoeveel Nederlanders kiezen voor een kampeervakantie in het buitenland.
Slide 30 - Question ouverte
Huiswerk
Maak in deze les:
Opgave 70 t/m opgave 89
Bladzijde 37.
Ben je klaar?
Ga dan werken aan de digitale leeromgeving van Getal & Ruimte!
Succes!
Slide 31 - Diapositive
Nakijken
Je gaat eerst het huiswerk van de deze (of vorige) les nakijken.
1. Gebruik hiervoor een andere kleur pen.
2. Zet een krulletje of vinkje bij de opgave die goed zijn.
3. Verbeter je antwoorden.
Slide 32 - Diapositive
Maak een foto van je gemaakte sommen
Slide 33 - Question ouverte
Maak een foto van je gemaakte sommen
Slide 34 - Question ouverte
Wat heb je geleerd van deze les?
Slide 35 - Question ouverte
Wat vind je nog moeilijk aan deze les?
Slide 36 - Question ouverte
Lesafsluiting
Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!
Klaar voor de quiz?
Slide 37 - Diapositive
In een aquarium zitten 5 rode vissen en dat is 20,1%.
Hoeveel vissen zitten in de aquarium?
procent
euro
24
100
5
1
X
20,1
Aantal
Procent
19
79,9
Slide 38 - Question de remorquage
Nora koopt een cd in de opruiming. Ze heeft er €6,95 voor betaald en heeft 59% korting gekregen? Hoeveel kosten de cd eerst (dus voor de korting)?