L3T4

Ordening en evolutie
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 54 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ordening en evolutie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ordenen
Om te bepalen of een organisme een bacterie, een plant, een dier of een schimmel is:

kijk naar de cellen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Bacteriën
  • Celwand
  • Geen celkern
  • Altijd 1-cellig

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijzondere eigenschap

Kapsel

  • Bij slechte omstandigheden vormt een bacterie een kapsel
  • Hierdoor kunnen ze overleven

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nuttige bacteriën
  • Opruimen van dode resten in de natuur
  • Helpen met het maken van voedsel

        - zuurkool

        - Yoghurt

  • Helpen met het maken van medicijnen en hormonen

        - antibiotica

        - insuline

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schadelijke bacteriën
  • Bacteriën bederven voedsel
  • Bacteriën veroorzaken ziekten

        - Cholera

        - Longontsteking

        - Oorontsteking

        - Tuberculose

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Goede hygiëne


  1. Was je handen na het toilet en voor het eten
  2. Gebruik bij het (bereiden van) eten schoon bestek, borden, pannen
  3. Was of schil groenten en fruit voor je het eet
  4. Zorg ervoor dat vlees, kip en vis goed gaar is
  5. Bewaar klaargemaakt voedsel niet te lang

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmels
  • Celwand
  • Celkern
  • Geen  bladgroenkorrels

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting schimmels

Ééncellige schimmels

- Gist

- Voortplanting door celdeling


Meer-cellige schimmels

- bv. paddestoelen

- Voortplanting door sporen


eigenschappen:

- kern, membraan, celwand, vacuole, cytoplasma

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nuttige schimmels
  • Opruimen van dode resten in de natuur
  • Helpen met het maken van voedsel

        - brood, bier, wijn, schimmelkaas

  • Helpen met het maken van medicijnen bv. Penicilline
  • Als voedingsmiddel

        - Gist

        - Champignons

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schadelijke schimmels
  • Bederven voedsel
  • Veroorzaken van infectieziekten bv zwemmerseczeem


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planten
  • Celwand
  • Celkern
  • Bladgroenkorrels

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dieren
  • Geen celwand
  • Celkern
  • Geen bladgroenkorrels

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ordening
Ezelsbrug:
Rijke Amerikanen Krijgen Op Familiefeesten
Grote Stukken Rosbief

Rijk, Afdeling, Klasse, Orde, Familie, Geslacht,
Soort en Ras

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indelen van organismen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neadertaler                          
Homo sapiens                                        

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soort

  • Organismen die onderling vruchtbare nakomelingen krijgen

Populatie

  • Een groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hybriden
Wanneer 2 soorten kruisen, krijg je hybride dieren. Deze dieren kunnen zelf geen nakomelingen krijgen. Ze zijn onvruchtbaar. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De evolutietheorie
- Willekeurige veranderingen in genotypes: Mutaties
- Natuurlijke selectie
- Ontstaan van nieuwe soorten
(isolatie, barrières)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veranderingen in het genotype (en fenotype)
Mutaties kunnen bepaalde eigenschappen anders maken.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurlijke selectie
Roofdieren zullen nu vooral de bruine muizen eten, die vallen op. Grijs is beter aan het milieu aangepast om te overleven.






Grijs = schutkleur

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurlijke selectie
Roofdieren zullen nu vooral de bruine muizen eten, die vallen op. Grijs is beter aan het milieu aangepast om te overleven. 



Grijs = schutkleur

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan van nieuwe
soorten
Kan ook gebeuren als een populatie
gescheiden en geïsoleerd wordt.

Barrières voorkomen voortplanten.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Argumenten voor evolutie
- Fossielen
- Overeenkomsten in bouw
- Rudimentaire organen
- Overeenkomsten in cellen 
en stoffen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fossielen
Fossielen (versteende resten van organismen) laten zien dat er in vele jaren nieuwe soorten zijn ontstaan en uitgestorven.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overeenkomsten in bouw
Ondanks de verschillen van buiten,
lijken alle dieren toch veel op elkaar.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rudimentaire organen
Overblijfselen van organen die niet meer 
gebruikt worden.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overeenkomsten in cellen en stoffen
Hoe dichter bij je evolutionair bij elkaar bent, hoe meer je cellen en stoffen (zoals eiwitten) op elkaar lijken.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geologische 
tijdschaal
 
Een tijdperk is een 
lange periode
waarin veel gebeurd 
is. 

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwikkelingen van het leven op aarde
Tijdbalk van de geschiedenis van de aarde

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwikkelingen van het leven op aarde
Geologische tijdschaal

Deze is onderverdeeld in tijdperken

De tijdperken zijn weer onderverdeeld in perioden 

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwikkelingen van het leven op aarde
  • Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap
  • Hoe jonger de gemeenschappelijke voorouder in een stamboom zit, hoe verwanter groepen zijn.
Stambomen en verwantschap

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwikkelingen van het leven op aarde
De mens stamt niet af van de apen, maar apen en mensen hebben dezelfde gemeenschappelijke voorouder

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planten 
Kenmerken:
- meercellig
- organen: wortels, stengels, bladeren en bloemen

Bij de indeling van het plantenrijk in stammen wordt gelet op de plantenorganen.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stammen
Het plantenrijk wordt ingedeeld in 4 stammen:
- mossen
- paardenstaarten
- varens
- zaadplanten

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mossen

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paardenstaarten

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Varens

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaadplanten

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Naakt of bedekt?
De zaadplanten worden onderverdeeld in:
- naaktzadigen: zaden zitten tussen schubben van kegels; bij naaldbomen
- bedektzadigen: zaden zitten in vruchten (bijv. appel); bij loofbomen en struiken

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Naaktzadigen

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedektzadigen

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling van dieren

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symmetrie

Slide 47 - Diapositive

Het eerste kenmerk waar we op gaan letten is symmetrie, daar hebben we 3 vormen van, tweezijdig symmetrisch, veelzijdig symmertrisch en niet symmetrisch. 

Je moet er op letten dat als jij een organisme door midden zou snijden, hoeveel gelijke helften je zou kunnen maken. Bij ons of bij de kever zou je twee helften krijgen die ongeveer gelijk zijn, dit is tweezijdig symmetrisch. In het geval van de zeester kun je dit op meerdere manieren doen en je krijgt steeds twee gelijke helften, deze is veelzijdig symmetrisch, en als laatste hebben we de spons, deze kunnen we niet symmetrisch doormidden hakken en is daarom ook niet symmetrisch. 

Skelet

Slide 48 - Diapositive

Ook het type skelet is een belangrijke kenmerk om naar te kijken bij dieren.  hier hebben we 3 varianten van, maar deze varianten kunnen er bij verschillende dieren wel anders uitzien. 

het bovenste rijtje zijn dieren met een uitwendig skelet, dit skelet zit aan de bu
7 stammen
1. Geleedpotige
2. Gewervelde
3. Holtedieren
4. Sponzen
5. Stekelhuidige
6. Weekdieren
7. Wormen

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geleedpotige bestaan uit segmenten

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewervelde
Hebben allemaal een wervelkolom. 
1. Vissen
2. Amfibien
3. Reptielen
4. Vogels
5. Zoogdieren

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken
1. Huid
2. Lichaamstemperatuur
3. Ademhaling
4. Voortplanting
5. Milieu

Slide 54 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions