49-1 en 2: Formeel en informeel

Welkom!
Leg je boek op blz. 98 en lees tekst 1 en 2.  
Ga daarna lezen in je leesboek.
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Leg je boek op blz. 98 en lees tekst 1 en 2.  
Ga daarna lezen in je leesboek.

Slide 1 - Diapositive

Doel
Aan het eind van de les kan je het verschil tussen formeel en informeel taal herkennen en gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Formeel taalgebruik
- Voor mensen die je niet kent of die ouder zijn dan jij.
- Bij een zakelijk gesprek of een zakelijke brief, bij een artikel (inclusief titel).
* U - uw
* Geachte heer/mevrouw,
* Hoogachtend,
* Met vriendelijke groet,
* Let op: briefconventies en witregels bij brieven


Slide 3 - Diapositive

Informeel taalgebruik
- Voor vrienden, bekenden of leeftijdsgenoten

* jij
* Lieve, Voor, Hoi,
* Groetjes, Liefs,
* Let op: witregels bij brieven

Slide 4 - Diapositive

formeel vs. informeel
Formeel = zakelijk, officieel, beleefd
Informeel = ongedwongen, privé, voor 
vrienden en bekenden

Slide 5 - Diapositive

Informeel/ Formeel

Slide 6 - Diapositive


A
Formeel
B
Informeel

Slide 7 - Quiz

Hoogachtend,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 8 - Quiz

Groetjes,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 9 - Quiz

Doei!
A
formeel
B
informeel

Slide 10 - Quiz

Hoi!
A
Formeel
B
Informeel

Slide 11 - Quiz

Geachte heer De Wit,
A
informeel
B
formeel

Slide 12 - Quiz

Met vriendelijke groet,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 13 - Quiz

Je schrijft een klachtenbrief
A
Informeel
B
Formeel

Slide 14 - Quiz

Denk aan uw bagage bij het verlaten van de trein.
Formeel of informeel?
A
formeel
B
informeel

Slide 15 - Quiz

Hopelijk heb ik u voldoende geïnformeerd.
Formeel of informeel?
A
formeel
B
informeel

Slide 16 - Quiz

Maken/huiswerk
Blz. 98
Opdracht 1 en 2

Slide 17 - Diapositive

Les 2

Slide 18 - Diapositive

Welkom!
Leg je boek op blz. 99 en begin met lezen in je leesboek.

Slide 19 - Diapositive

Schrijven 1. formeel/informeel
Doel: Aan het eind van de les kun je formele en informele teksten schrijven.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Vertel eens in eigen woorden
Wat is formeel?
Wat is informeel?

Slide 22 - Diapositive

Schrijf in een app naar een vriend(in) dat je iets later bent.

Slide 23 - Question ouverte

Schrijf in een bericht naar je docent dat je iets later bent.

Slide 24 - Question ouverte

Maken/huiswerk
Blz. 99
Opdracht 3 en 4.

Slide 25 - Diapositive