les 4 spreekwoorden lichaamsdelen

• Logopedie
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 7

les 4 spreekwoorden lichaamsdelen

Doel:

Je kunt na de les 3 spreekwoorden noemen

Je leert wat letterlijk en figuurlijk is.

waarom is dat belangrijk?

Het is een soort code taal die iets anders bedoelt dan wat je zegt.

figuurlijk taalgebruik met lichaamsdelen

Geen ogen in je achterhoofd hebben. 

Raad het spreekwoord..

.             

.                      .                      .           .

Het kost jouw heel veel geld.

1. Uit je nek kletsen.
2. Geen ogen op de rug hebben.
3. Dat is een rib uit mijn lijf.
4. Een dikke huid hebben.

Heel luid en heftig klagen.

1. Je hart op de tong hebben.
2. Steen en been klagen.
3. Handen tekort komen.
4. Groene vingers hebben.

Onzin vertellen

1. Uit je nek kletsen.
2. Geen ogen op de rug hebben.
3. Het hart op je tong hebben
4. Steen en been klagen

Het heel druk hebben

1. Je hart op de tong hebben.
2. Steen en been klagen.
3. Geen ogen op je rug hebben
4. Handen tekort komen

Van scheldwoorden trek jij je niets aan

1. geen ogen in je achterhoofd hebben
2. steen en been klagen
3. Een dikke huid hebben.
4. het hart op je tong hebben

Zonder na te denken alles wat er in je opkomt meteen zeggen.

1. handen te kort komen
2. het hart op de tong hebben
3. steen en been klagen
4. groene vingers hebben

Tijdens de voetbalwedstrijd kan de scheidsrechter niet alles zien

1. handen te kort komen
2. steen en been klagen
3. Groene vingers hebben
4. geen ogen in je achterhoofd hebben

Je vind het leuk om plantjes te verzorgen

1. Je hart op de tong hebben
2. Uit je nek kletsen
3. Groene vingers hebben
4. Dat is een rib uit mijn lijf