20. 15-11-2021 herhalen proefwerk Unidad 1 + 2

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Als de timer op 00:00 staat, zit je klaar en heb je de onderstaande dingen al gedaan: 

Telefoon in de telefoontas. Ga naar LessonUp.app.

 

¡Bienvenidos a la clase de español!

Zodra de timer afgaat, starten we de les :)

Wat weet je nog van het bijvoeglijk naamwoord?

Bijv. nw: Van mannelijk naar vrouwelijk

Woord eindigt op, uitgang: 

1. o

rojo

2. Medeklinker

azul

3. e 
verde

Blijft hetzelfde

Blijft hetzelfde

Wordt een a

Van enkelvoud naar meervoud

Woord eindigt op: 

1. klinker

(verde, colombiano)

2. Medeklinker

(azul, ciudad) 

+ s

+ es

Het bijvoeglijk naamwoord 

- Aantekeningen

Welke vorm van het bijvoeglijk naamwoord staat er op de lege plek?

El bolígrafo es ______.

1. blanco
2. blancos
3. blanca
4. blancas

1. Wat is er fout aan deze zin?
2. Wat moet het dan wel zijn?

Las pizarras son rojos.

Noteer de Spaanse vertaling!

Los zapatos son ______ (groen)

Noteer de Spaanse vertaling!

La silla es ______ (blauw)

Noteer de Spaanse vertaling!

Las gatas son ______ (geel)

Het werkwoord ser

- Aantekeningen

- Oefenblad proefwerk

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord ser in.
Mi amigo y yo ______ de Holanda.

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord ser in.
Las tijeras ______ de Anabel.

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord ser in.
Madrid ____ la ciudad más grande de España.

Het werkwoord llamarse

- Aantekeningen 

- Oefenblad proefwerk

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord llamarse in.
Nosotros ______ Lucía y Juan.

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord llamarse in.
Mi padre y mi hermano ______ Pedro y Estebán.

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord llamarse in.
Tú y tu amiga ______ María y Alba.

Onderwerp + werkwoord + meer informatie
es - roja - silla - la

Zinnen ordenen

Onderwerp + werkwoord + meer informatie
hermano - de - eres - Pedro - Tú - el

Tips voor de toets

1. Ga goed na wat het onderwerp is bij invulzinnen. 

y = en     de = van 

2. Meervoudsregel vergeten? Kijk in je toets! Ga op zoek naar zinnen die er al staan en geef aan de hand daarvan antwoord.

3. Je mag markeren en aantekeningen noteren

¿Te sientes bien preparado/a para el examen?
¿Por qué sí o por qué no?