Les 25: ACI

Binnen = beginnen
Tekst 24, regel 30-39: schrijf alle betrekkelijk voornaamwoorden en hun antecedenten uit dit gedeelte op. Schrijf vervolgens van beide de naamval, het getal en geslacht op.
Voorbeeld (uit regel 5): 
betrekkelijk voornaamwoord: quam; acc ev vr
antecedent: pictura; abl ev vr
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Binnen = beginnen
Tekst 24, regel 30-39: schrijf alle betrekkelijk voornaamwoorden en hun antecedenten uit dit gedeelte op. Schrijf vervolgens van beide de naamval, het getal en geslacht op.
Voorbeeld (uit regel 5): 
betrekkelijk voornaamwoord: quam; acc ev vr
antecedent: pictura; abl ev vr

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen; volgende week:
  • ken je de woordjes van 24, 25 en 3
  • Kun je de ACI herkennen en goed vertalen
  • Heb je je kennis over het betrekkelijke voornaamwoord geconsolideerd (sterker gemaakt)
  • Kun je je een beeld vormen van het straatbeeld van Pompeii
  • Weet je waarom Tilburg zo Romeins is

Weektaak:
  • Woordjes les 24, 25 en 3
  • Nieuwe grammatica: ACI leren
  • Mandatum XVI maken
  • Tb p 88-90 lezen
  • Opdracht 43-44
  • Tekst 25 Fullonia vertalen tm r 12 en opdr 50 (hb p 55)

Slide 2 - Diapositive

Accusativus cum infinitivo


Puellam video.

Puella intrat.



Ik zie het meisje

Het meisje komt binnen.


znw als lijdend vw

gebeurtenis



Schrijf mee!

Slide 3 - Diapositive

Accusativus cum infinitivo


Puellam video.

Puella intrat.


Puellam intrare video
Ik zie het meisje

Het meisje komt binnen.

Ik zie het meisje binnenkomen
znw als lijdend vw

gebeurtenis


gebeurtenis als lvw

Slide 4 - Diapositive

Accusativus cum infinitivo


Puellam video.

Puella intrat.


Puellam intrare video
Ik zie het meisje

Het meisje komt binnen.

Ik zie het meisje binnenkomen
znw als lijdend vw

gebeurtenis


gebeurtenis als lvw

Slide 5 - Diapositive

Werkwoorden waar een 'dat'-zin achter kan:
horen, zien, willen, bevelen, lezen, zeggen, blij zijn, vinden, menen, voelen, etc., etc.

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld:

Audio: puer lacrimat.
Audio puerum lacrimare.

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld:

Populus videt: dei Romulo signum dant.
Populus deos Romulo signum dare videt.

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld:

Populus dicit: dei Romulo signum dant.
Populus deos Romulo signum dare dicit.

Slide 9 - Diapositive

AcI: samenvatting
  • bij werkwoorden waar je een 'dat'-zin achter kunt     zetten
  • vertalen met dat-zin
  • in de 'dat'-zin: minimaal een accusativus en infinitivus

Slide 10 - Diapositive

AcI: samenvatting
  • bij werkwoorden waar je een 'dat'-zin achter kunt     zetten
  • vertalen met dat-zin
  • in de 'dat'-zin: minimaal één accusativus en infinitivus

Slide 11 - Diapositive

Weektaak:
  • Woordjes les 24, 25 en 3
  • Nieuwe grammatica: ACI leren
  • Mandatum XVI maken
  • Tb p 88-90 lezen
  • Tekst 25 Fullonia vertalen tm r 20

Slide 12 - Diapositive