Voorbereiding op de toets 2.3 2.4 b

Lesdoel
Toetsvoorbereiding
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
AFPMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lesdoel
Toetsvoorbereiding

Slide 1 - Diapositive

Gezamenlijk maken we de oefentoets

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

herhaling van stof

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Uitwendige geslachtsorganen vrouw

Slide 6 - Diapositive

Inwendige geslachtsorganen man
  • zaadblaasjes
  • prostaat
  • klieren van Cowper

De rest zijn dus uitwendige geslachtsorganen  

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

menstruele  cyclus
  • menstruatie fase: 1e tot 4/5e dag, het gele lichaam produceert geen oestrogeen en progesteron meer, de menstruatie treedt op
  • proliferatie (opbouw) fase: van 4e tot 15 e dag (tot de ovulatie), opbouw van het baarmoeder slijmvlies onder invloed van oestrogeen uit de follikels, klierweefsel en doorbloeding neemt toe 

Slide 9 - Diapositive

  • secretie (afscheidings) fase: 15e tot 28 e dag, Graafse follikel wordt het gele lichaam en gaat naast oestrogeen ook progesteron produceren. Dit stimuleert het klierweefsel van het endometrium of slijm te produceren, door de aanwezigheid van dit slijm zwelt het endometrium op en de doorbloeding neemt toe. Wanneer er geen bevruchting optreedt sterft het gele lichaam af en treedt er vasoconstrictie op in de bloedvaten door afname progesteron, daardoor krijgt het opgebouwde endometrium geen bloedtoevoer meer en volgt de menstruatie.
  • Na ovulatie stijgt de progesteron gehalte, dit beïnvloed het temperatuurregulatie centrum in de hypothalamus: lichaamstemperatuur stijgt 0,5 gr. 

Slide 10 - Diapositive

Ovariële cyclus

Slide 11 - Diapositive

Bevruchting (conceptie)
  • 2 haploïde geslachtscellen vormen samen 1 unieke diploïde nieuwe cel 
  • conceptie vindt plaats in de eileider (tuba ovarica)
  • eicel omgeven door zona pellucida met daaromheen follikelcellen
  • wanneer de 1e zaadcel door de zona pellucida heen is wordt deze ondoordringbaar en voltooid e eicel meiose 2
  • eencellig embryo (zygote)
     

Slide 12 - Diapositive

Hormonen
doelwitcellen/doelwitorganen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

  • hypofyse tumor die overmatig groeihormoon produceert: acromegalie, handen, voeten, tong groeit. Wanneer dit op jongere leeftijd al ontstaat dan zie je gigantisme
  • te lage ADH productie: de zorgvrager verliest te veel water via de urine: diabetes insipidus. 5-15 liter urine per etmaal, polyurie. Daardoor veel dorst, polydipsie. dorstproef: 6-8 u niets drinken 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

glandula thyroïdea

Slide 17 - Diapositive

glandula parathyroïdea 

Slide 18 - Diapositive

ziekten van de schildklier
hypothyroïdie: Graves
hyperthyroïdie: Hashimoto

Slide 19 - Diapositive

Pancreas

Slide 20 - Diapositive

ziekten aan de schildklier

Slide 21 - Diapositive

renes en glandula suprarenalis

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

  • endocriene cellen die renine afgeven wanneer de bloeddruk onder een bepaalde grens daalt
  • zet angiotenseen om in angiotensine, wat zorgt voor vasoconstrictie
  • stimuleert bijnierschors om aldosteron af te geven aan het bloed, dit heeft via zoutafscheiding in de nieren indirect invloed op de bloeddruk   

Slide 24 - Diapositive

cortex: mineraal coticoïden
aldosteron
  1.  Na gehalte in het bloed daalt
  2. Ka gehalte in het bloed stijgt
  3. bloedvolume daalt
  4. bloeddruk stijgt

Slide 25 - Diapositive

glucocorticoïden
  • belangrijkste is cortisol (hydrocotison ) wordt onder invloed van bijnierschorsstimulerend hormoon uit de hypofyse voorkwab geproduceerd
  • antagonist insuline

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Syndroom van Cushing
oorzaak kan zitten in:
  • de hypofyse: meestal goedaardige tumor en dan is een operatie niet altijd nodig
  • de bijnier: meestal goedaardige tumor, kan ook een te veel aan androgenen geven, dan geen Cushing 

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

Slide 30 - Lien

Slide 31 - Lien

Wat hebben jullie nog nodig?

Slide 32 - Diapositive