Poëzieanalyse Slauerhoff_Woningloze

J.J. Slauerhoff
Lesdoelen:
  • Neoromantiek
  • Het sonnet
  • Strofenbouw 
  • Rijm/stijlfiguren/beeldspraak
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

J.J. Slauerhoff
Lesdoelen:
  • Neoromantiek
  • Het sonnet
  • Strofenbouw 
  • Rijm/stijlfiguren/beeldspraak

Slide 1 - Diapositive

Neoromantiek
  • Ontsnappen aan de (Hollandse) benauwde, burgerlijke werkelijkheid vol verplichtingen, bazen boven je, 'doe maar gewoon'.
  • Ontsnappen aan de jagende, lelijke moderne wereld van industrie en technologie.

Slide 2 - Diapositive

Neoromantiek
  • Liefde voor de natuur
  • Ontsnappen naar het verleden, het Zuiden, verre landen, sprookjes.
  • Zwerven, (onvervuld) verlangen
  • Vorm: geen experimenten, maar juist traditioneel. Voorkeur voor het sonnet.
  • J.J. Slauerhoff, J.C. Bloem

Slide 3 - Diapositive

Kenmerken
van het sonnet?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Het sonnet
  • 14 regels
  • twee kwatrijnen, twee terzines (octaaf en sextet)
  • Regelmatig rijmschema
  • Wending (chute, val)

Slide 6 - Diapositive

Wat betekenen zijn
gedichten voor hem?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de oude kracht?
Wat kon hij weleer (vroeger)
bouwen?

Slide 8 - Question ouverte

Wat gebeurt er met hem als de oude kracht ontbreekt?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het
rijmschema?
A
gepaard
B
omarmend
C
gekruist

Slide 10 - Quiz

Welk stijlfiguur zie
je in regel 1 en 2?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
herhaling
D
overdrijving

Slide 11 - Quiz

Wat is het
rijmschema?
A
gepaard
B
omarmend
C
gekruist

Slide 12 - Quiz

Welk stijlfiguur
zie je hier?
A
tegenstelling
B
herhaling
C
opsomming
D
tricolon (drieslag)

Slide 13 - Quiz

Een interpretatie in vier stappen
  1. Verkenning: welke regels spreken je aan? Welke reactie roept het gedicht bij je op?
  2. Analyse: welke vormkenmerken zijn belangrijk voor de betekenis? Hoe zit de beeldspraak in elkaar? Wat voegt het beeld toe aan het object?
  3. Interpretatie: welke betekenis verleen je aan het gedicht? Hoe ondersteunt je analyse je interpretatie?
  4. Schrijven van een interpretatie: wat wordt de rode draad in je tekst, welke informatie neem je wel mee, wat wil je de lezer laten zien?
    - balans analyse en interpretatie

Slide 14 - Diapositive