Can / To be able to

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Can / To be able to

Stepping Stones
Theme 3
Grammar 7

Can

Ne = kan, kunnen

Gebruik: als je praat over vaardigheden die je geleerd hebt.
Peter can sing very well.

Vorm: Can + hele werkwoord
 

Can / to be able to

Je gebruikt can/cannot/can't bij vaardigheden:

I can swim

You can sing very well

They are Dutch, so they can ride a bike

Can

Can in een vraag: 
Can vooraan zetten, gevolgd door het onderwerp en het tweede werkwoord.

Can you speak three different languages?

Can

Can in een ontkenning:
Not toevoegen aan can > can't/cannot.
Er verandert verder niets aan de zin.

He can't swim very fast.

To be able to

Gebruik je als je wilt zeggen dat iemand in staat is iets te doen.

He's able to unite people with his music.

Vragen maken: vorm van 'to be' vooraan zetten, gevolgd door het onderwerp en able to + hele werkwoord.

Are you able to come to my party tonight?

to be able to + hele ww

Let op! je moet 'to be' vervoegen:

I am able to play football.

He is able to play football.

They are able to play football.

To be able to

Ontkenningen maken:

1. not toevoegen aan de vorm van 'to be'.
She was not able to come.

2. to be unable to
She was unable to come.

Formeel / informeel

Can gebruiken in informele zinnen
en
To be able to in formele zinnen.

We ____(to raise) enough money for charity.

Which Dutch word do you use to translate can & be able to?

1. kunnen
2. mogen
3. kennen
4. doen

I ...... walk, because I broke my leg.

1. cannot
2. can
3. am unable to
4. am not able to

I ... ride a bike because my dad taught me.

1. can
2. cannot
3. am able to
4. am unable to

Oefenen

Do ex 12,13 on p70 of your AB.

Wat kan ik nog oefenen thuis?

Wat ging goed tijdens het oefenen?

www.meestergijs.nl