verslaving

Verslaving
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Verslaving

Slide 1 - Diapositive

Wat is verslaving?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is verslaving?

Verslaving betekent dat je niet meer zonder een bepaald genotsmiddel kunt. Je weet dat het slecht is, maar toch ga je door met consumeren. Het 'willen' drinken, verandert in 'moeten' drinken. Verslaving is een hersenziekte, waarbij de één gevoeliger is voor genotsmiddelen dan de ander.

Slide 3 - Diapositive

Wat voor verslavingen
zijn er?

Slide 4 - Carte mentale

Je kunt verslaafd zijn aan: 
  • Alcohol
  • Drugs
  • Medicijnen
  • Gokken
  • Seks
  • Gamen
  • Social media
  • Eten
  • Suiker

Slide 5 - Diapositive

Ik ben zelf verslaafd of ken iemand die verslaafd is.
Ja
Nee
Misschien
Geen antwoord

Slide 6 - Sondage

Slide 7 - Vidéo

Kinderen van verslaafde ouders hebben een grotere kans om ook verslaafd te raken
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Verslaafde mensen hebben sterkere prikkels nodig dan mensen die niet snel verslaafd zullen raken.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat is craving/hunkering?
A
De drang om meer te gebruiken.
B
De drang om verschillende soorten drugs te proberen
C
De drang om te willen stoppen met de verslaving.

Slide 10 - Quiz

Wat wordt bedoeld met motorimpulsiviteit?
A
Alcoholvergiftiging
B
Impulsief zijn
C
Overmatig gebruik
D
Niet meer kunnen stoppen met iets te gebruiken

Slide 11 - Quiz

IN EEN KRINGETJE
Verslaafd zijn betekent dat je afhankelijk bent van een middel of van bepaald gedrag om je goed te voelen. Het lukt je ook niet meer om ermee te stoppen. Je draait in een kringetje rond…


Slide 12 - Diapositive

Nicotine, cocaïne, XTC en cafeïne zijn voorbeelden van:
A
Verdovende middelen
B
Stimulerende middelen
C
Bewustzijnsver-anderende middelen

Slide 13 - Quiz

Wie van jullie drinkt wel eens alcohol en hoeveel?

Slide 14 - Question ouverte

2

Slide 15 - Vidéo

Welke orgaan zorgt ervoor dat de alcohol in je lichaam afgebroken wordt?
A
Darmen
B
Lever
C
Nieren
D
Slokdarm

Slide 16 - Quiz

Als je jong begint met alcohol drinken, heb je eerder kans om als volwassene verslaafd te raken
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Hoelang duurt het ongeveer voordat één standaardglas alcoholhoudende drank is afgebroken?
A
een half uur
B
1 uur
C
anderhalf uur
D
een kwartier

Slide 18 - Quiz

Wat is alcoholvergiftiging?
A
Zoveel alcohol drinken dat je niet meer kan ademhalen en bewusteloos raakt.
B
Als je dronken bent.
C
Zoveel alcohol drinken dat je een bloedneus krijgt.
D
Als je moet braken.

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Na hoeveel tijd gaat alcohol via bloed en maag naar je hersenen?
A
1 uur
B
30 minuten
C
2 uur
D
10 minuten

Slide 21 - Quiz

Wanneer drink je als meisje te veel alcohol waardoor blijvende schade veroorzaakt kan worden?
A
10 glazen per 2 uur
B
4 glazen per 2 uur
C
10 glazen per uur
D
4 glazen per uur

Slide 22 - Quiz

Te veel alcohol drinken kan ervoor zorgen dat je minder goed kan organiseren.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Waarom kan je permanente schade in de hersenen oplopen als je als jongere veel alcohol drinkt?
A
Je krijgt alcoholvergiftiging
B
Je hersenen zijn nog niet volgroeid en is beïnvloed door prikkels van buitenaf.
C
Je kan in coma raken .
D
Omdat je vaak je coördinatie verliest. Dan heb je meer kans op een ongeluk.

Slide 24 - Quiz

Iets te vieren? Doe jij dit met of zonder alcohol?

Slide 25 - Question ouverte

WAT VIND JIJ?

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Wat kun je doen tegen
een telefoonverslaving?

Slide 28 - Carte mentale

Ga naar instellingen en bekijk je schermtijd



Hoe lang zit jij per dag op je telefoon?

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Breaking Meth

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive