Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
De urineleider vormt de verbinding van blaas naar buitenwereld.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Onder uitscheiding wordt verstaan; het uit het bloed verwijderen van eindproducten van de stofwisseling en andere overbodige stoffen, zodat ze het lichaam kunnen verlaten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
De nieren filteren per dag ongeveer ....?.... liter bloed
A
180
B
60
C
2000
D
1440
Slide 15 - Quiz
Ureum
creatinine
Nefron
Glomeruless
Welke afvalstof in het bloed komt van voeding af
Welke afvalstof in het bloed komt van de spieren af?
Hoe wordt het zuiveringsstation van de nieren ook wel eens genoemd
Hoe worden de kluwen van kleine bloedvaten genoemd die als functie hebben afvalstoffen afgegeven
Slide 16 - Question de remorquage
Voorurine wordt gevormd in de .........1...........
Wordt er bij de vorming van voorurine zuurstof verbruikt? 2
A
1 =nierkapseltjes
2 = ja
B
1 = nierkapseltjes
2 = nee
C
1 = nierkanaaltjes
2 = ja
D
1 = nierkanaaltjes
2 = nee
Slide 17 - Quiz
Bij een nierbekkenontsteking is de wand van een nierbekken ontstoken. Dit kan worden veroorzaakt door bacteriën die via de urinewegen van buiten in het lichaam zijn gekomen. Door welke vier delen zijn deze bacteriën achtereenvolgens gegaan?
Urineleider
Urinebuis
Urineblaas
Nierbekken
Slide 18 - Question de remorquage
De nieren hebben ook een taak in de; bloeddrukregeling,
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
De vloeistof die uit het bloed in het kapsel van Bowman komt is;
A
geconcentreerde urine
B
bevat geen glucose
C
bloedplasma zonder plasma-eiwitten
D
bestaat vooral uit voor het lichaam onbruikbare stoffen
Slide 20 - Quiz
Erytropoëtine is een hormoon dat de nieren uitscheiden bij hypoxie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Het antidiuretisch hormoon (ADH) bevordert de resorptie van water in de nieren. Indien er meer ADH hormoon aanwezig is dan normaal, dan zal er
A
meer voorurine en meer urine dan normaal gevormd worden
B
evenveel voorurine en meer urine dan normaal gevormd worden
C
minder voorurine en minder urine dan normaal gevormd worden
D
C. evenveel voorurine en minder urine dan normaal gevormd worden
Slide 22 - Quiz
Het RAAS-systeem speelt een rol bij het herstellen van het bloedvolume en de bloeddruk