78. Deel 8b, thema 1, week 3 Taak 9.3 en 10.3 volgorde van bewerkingen

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 8

lesdoel

Ik weet de juiste volgorde om een som om te lossen.

Eerst tussen haakjes. Daarna delen en vermenigvuldigen. Tot slot optellen en aftrekken

Wat is ons lesdoel?

let goed op

Ik heb drie manden met sinaasappels. Die moeten verdeeld worden over zakken waarin 15 sinaasappels passen.

Hoeveel zakken heb ik nodig?

1 mand: 80 sinaasappels

juf doet het voor

De sinaasappels moeten verdeeld worden over zakken waarin 15 sinaasappels passen.

Hoeveel zakken heb ik nodig?

1 krat: 80 sinaasappels

Ik heb 3 kratten

Nu samen

Ik koop 8 vlees pizza’s en

4 groente pizza’s.

Hoeveel stukken pizza heb ik dan?

Ik heb 2 pizza's

Eén met vlees (12 stukken) en één met groenten (8 stukken).

stappenplan: 8 x 12 + 4 x 8.

* Je rekent  eerst de keersommen 8 x 12 en 4 x 8 uit.

* daarna tel je het op

Eerst vermenigvuldigen en delen daarna optellen en aftrekken

Hoeveel = ?
5 x 3 + 6 x 3 = ?

16 + 24 x 3.

Schrijf de som op je wisbord

Je koopt 4 maaltijden van € 13,50 euro en 4 drankjes van € 1,50. Hoeveel moet je betalen?

stappenplan: 30 : 6 x 2

Eerst delen daarna vermenigvuldigen

vermenigvuldigen heeft alleen voorrang boven optellen en aftrekken.

Wat doe je eerst?
100 : 2 x 3

30 : 5 x 6

40 : 8 x 4

25 x (8 - 4)

Stappenplan:

Je rekent eerst uit wat tussen de haakjes staat. Dat is 4. Dat vermenigvuldig je met 25.

(5 x 12) : 4 =

(4 x 13,50) + (4 x 1,50) =

20 + 10 + 6 x 5 + 4 – 10 =

Denk aan de regels.

(eerts delen of veremnigvuldigen dan optellen of aftrekken.

54

Deel 8b, thema 1, week 2

 Taak 9.3

Vanaf opgave 1F.

Alle opgaven en 10 x plussen

Taak 10.3

Alle opgaven

10 x plussen

Regels

20 : 4 +  3 x 10 =

Eerst delen en vermenigvuldigen dan optellen of aftrekken.

30 : 5 x 4 =

Eerst delen dan vermenigvuldigen

(30 + 10) : 2 + 20 =

Eerst tussen haakjes uitrekenen dan delen of vermenigvuldigen dan optellen of aftrekken