1.3 Lezen: manieren van lezen, onderwerp + deelonderwerp
1.3: Lezen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2
Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
1.3: Lezen
Slide 1 - Diapositive
doelen van deze les
je kent drie manieren van lezen;
je weet wanneer je die drie manieren gebruikt;
je weet hoe je het onderwerp van een tekst vindt;
je weet hoe je deelonderwerpen in een tekst vindt.
Slide 2 - Diapositive
timer
10:00
Slide 3 - Diapositive
Manieren van lezen:
• Verkennend lezen: een tekst bekijken om een eerste indruk te krijgen. Je leest de titel en de tussenkopjes, je kijkt naar de plaatjes en de anders gedrukte woorden en de bron;
• Nauwkeurig lezen: een tekst helemaal lezen om hem te begrijpen;
• Zoekend lezen: in een tekst zoeken naar het antwoord op een vraag.
Slide 4 - Diapositive
verkennend lezen
Slide 5 - Diapositive
nauwkeurig lezen
Slide 6 - Diapositive
zoekend lezen
Slide 7 - Diapositive
Je wilt een eerste indruk van een tekst krijgen
A
je leest zoekend
B
je leest verkennend
C
je leest nauwkeurig
D
je kijkt alleen de plaatjes
Slide 8 - Quiz
als je verkennend leest
A
lees je de tekst helemaal precies
B
sla je de plaatjes over
C
heb je niets aan de bron
D
lees je onder meer de titel en tussenkopjes
Slide 9 - Quiz
als je zoekend leest
A
doe je hetzelfde als wanneer je verkennend leest
B
zoek je naar een antwoord op een vraag
C
lees je de tekst gelijk helemaal
D
bekijk je de plaatjes extra goed
Slide 10 - Quiz
Het onderwerp van een tekst...
Slide 11 - Diapositive
Het onderwerp en deelonderwerp
lees de tekst verkennend
stel jezelf de vraag: "Waar gaat de tekst over?"
het antwoord is het onderwerp van de tekst
beschrijf het onderwerp in één of een paar woorden
een deel van de tekst (alinea) heeft een deelonderwerp
Slide 12 - Diapositive
maak nu opdracht 1,2, 3,11 T/M 22
timer
15:00
Slide 13 - Diapositive
doelen van deze les
je kent drie manieren van lezen
je weet wanneer je die drie manieren gebruikt
je weet hoe je het onderwerp van een tekst vindt
je weet hoe je deelonderwerpen in een tekst vindt.
Slide 14 - Diapositive
wat heb jij gedaan om het doel te bereiken?
Slide 15 - Question ouverte
tot de volgende keer!
Slide 16 - Diapositive
Signaalwoord: opsomming
In bijna alle teksten staan signaalwoorden.
Voorbeeld: Ik heb veel hobby's. Ten eerste game ik veel. Verder houd ik van Tiktokken. Daarnaast sport ik twee keer per week.