2H - Unité 3 deel 2 apprendres 5 + 10

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Au programme 

Oefenen voor de toets Unité 3 deel 2:

- apprendre 5 Het bijvoeglijk naamwoord - uitgangen en bijzondere vormen

- apprendre 10 Meervoud zelfstandige naamwoorden, bijzondere vormen

- oefenen naar keuze

Het bijvoeglijk naamwoord

uitgangen en bijzondere vormen

apprendre 5 blz. 115 - 116

L'objectif: jij kunt de juiste uitgangen en de bijzondere vormen maken van het bijvoeglijk naamwoord 

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een...

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijwoord
4. voorzetsel

De vorm van het bijvoeglijk nw

Un jean bleu                                                       Une olive verte                    

Des jeans bleus                                               Des olives vertes

                 

Donc....

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	petit	petit e
meervoud	petit s	petit es

Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben

	Mannelijk	Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud

grande

grandes

grand

grands

Kies de juiste vorm:
Elle a une ___ jupe.

1. joli
2. jolie
3. jolis
4. jolies

Kies de juiste vorm:
Elle aime les chats ___ .

1. noirs
2. noir
3. noire
4. noires

Kies de juiste vorm:

Elle a trois ____ soeurs.

1. grand
2. grands
3. grandes
4. grande

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Un film intéressant

Normaal staan de bijvoeglijk naamwoorden in het Frans

 achter het zelfstandig naamwoord.

Maar deze bijvoeglijk nw staan vóór het zelfst. nw

Frans	Nederlands
beau	mooi
bon	goed, lekker
joli	leuk, mooi
grand	groot
long	lang
petit	klein
jeune	jong
vieux	oud
nouveau	nieuw
gros	groot, dik
mauvais	slecht
haut	hoog

Komt het bijvoeglijk naamwoord voor of achter het zelfstandig naamwoord?

VOOR

ACHTER

italien

mauvais

noir

joli

beau

sportif

Kies de juiste volgorde:
Léa est une ___.

1. jolie fille
2. fille jolie

Kies de juiste volgorde:
Et Jules est un ___.

1. garçon beau
2. beau garçon

Kies de juiste volgorde:
Je suis une ___.

1. fille française
2. française fille

Kies de juiste volgorde:
Elle porte un ___

1. pantalon noir
2. noir pantalon

Maar..... let op! 

•  Als het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -e, bij vrouwelijk  geen extra -e, 

Un pantalon rouge          -->           Une robe rouge

• Als het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -s, bij mannelijk meervoud  geen extra -s

Un garçon français         -->           Deux garçons français

• Als het mannelijk enkelvoud eindigt op -eau, bij mannelijk meervoud -eaux

Un nouveau voisin          -->           Des nouveaux voisins

• Als het mannelijk enkelvoud eindigt op -al, dan eindigt het mannelijk meervoud op -aux

un musée national         -->           Des musées nationaux

Bijzondere vrouwelijke vormen

	mannelijk	vrouwelijk
	-x (heureux)	-se (heureuse)
	-f (sportif)	-ve (sportive)
oud	vieux	vieille
nieuw	nouveau	nouvelle
mooi	beau	belle
goed, lekker	bon	bonne
wit	blanc	blanche
gek	fou	folle
lang	long	longue
dik, groot	gros	grosse

Sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vak

mannelijk

vrouwelijk

blanc

blanche

bon

bonne

vieux

vieille

beau

belle

Sleep de bijvoeglijk naamwoorden naar de goede plek

Vrouwelijk enkelvoud

Mannelijk enkelvoud

Vrouwelijk meervoud

Mannelijk meervoud

beau

nouvelle

nouveau

vieilles

bon

bonnes

beaux

belles

bons

bonne

Sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vakje. 

vieille

belles

bonne

nouveaux

bons

beaux

vieux

nouveau

bon

beau

blanches

longues

belle

Meervoud zelfstandige naamwoorden, bijzondere vormen

• L'objectif: jij kunt meervoudsvormen van uitzonderingen van zelfstandige naamwoorden maken
  
  Zie Apprendre 10  blz. 118                                 
  
  

We hebben al geleerd dat er een -s achter het zelfstandig naamwoord komt in het meervoud, bijvoorbeeld: 

Bijzondere vormen

1. Als het zelfstandig naamwoord eindigt op -s, -z, of -x, verandert er niets in het meervoud, bijvoorbeeld: le bus -> les bus.
   
   
2. Als het zelfstandig naamwoord eindigt op een -u, wordt er in het meervoud een -x toegevoegd, bijvoorbeeld: le feu -> les feux. 
   
   
3. Als het zelfstandig naamwoord eindigt op -al, wordt er in het meervoud -aux toegevoegd, bijvoorbeeld: un animal -> des animaux.
   
   
4. Attention! un oeil =>  des yeux en le travail => les travaux
   

 Als het zelfstandig naamwoord eindigt op -s, -z, of -x, verandert er niets in het meervoud

Le corps, les.....

Le bus, les

Als het zelfstandig naamwoord eindigt op een -u, wordt er in het meervoud een -x toegevoegd

le cheveu, les

le drapeau, les

Als het zelfstandig naamwoord eindigt op -al, wordt er in het meervoud -aux toegevoegd

Le cheval, les

l'hôpital, les

Attention! 

le travail => les travaux 

l'oeil => les yeux 

l'oeil, les......

Maak nu het blad dat je van je docent krijgt over het 

meervoud zelfstandige naamwoorden, bijzondere vormen

zie apprendre 10 blz. 118

Les réponses

Exercice A                    Exercice B

1. A                                   1.  les garçons

2. A                                  2. les filles

3. A                                  3. les hôtels

4. A                                  4. les bus

                                          5. les prix

                                          6. les nez

                                          7. les bureaux

                                          8. les jeux

                                          9. les animaux

                                        10. les yeux

Je kunt nu verder gaan leren voor de toets.

Leerstof is apprendres 6 t/m 10 blz. 116 - 118

• online:
  - 3.5 Grammaire ll -> 16A.1 t/m 16E
  - 3.6 Diagnostische toets - deel 1 -> C.1 + C.2 + C.3
  - 3.8 Écrire -> exercice 26
  - 3.9 diagnostische toets deel 2 -> A.1 t/m B.2
• online met StudyGo, wrts, flashcards etc.
• uit je boek 
• Stel vragen als je iets niet begrijpt!