Quiz: Spaans spreken in de klas (6-9)

Vul de vragen in over de woordenschat van het klaslokaal.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vul de vragen in over de woordenschat van het klaslokaal.

Slide 1 - Diapositive

¿Qué significa 'goma de borrar'?
A
bordveger
B
prullenbak
C
potlood
D
gum

Slide 2 - Quiz

¿Qué significa 'estuche'?
A
map
B
rugzak
C
etui
D
potlood

Slide 3 - Quiz

¿Como se dice ''het woordenboek' en español?
A
mesa
B
diccionario
C
lápiz
D
alumno

Slide 4 - Quiz

¿Como se dice 'schoolbord' en español?
A
pizarra
B
silla
C
bolígrafo
D
corcho

Slide 5 - Quiz

Schrijf het goede antwoord op in je scherm.

¿Cómo se dice 'prullenbak' en español?

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf het goede antwoord op in je scherm.

¿Cómo se dice 'rugzak' en español?

Slide 7 - Question ouverte

Welk voorwerp past niet in je etui?
A
rotulador
B
bolígrafo
C
lápiz
D
carpeta

Slide 8 - Quiz

Welk voorwerp past niet in je rugzak?
A
carpeta
B
cuaderno
C
silla
D
goma de borrar

Slide 9 - Quiz

Wat is het kleinste voorwerp?
A
profesora
B
corcho
C
mp4
D
mesa

Slide 10 - Quiz

Vul de vragen in over de communicatie in de klas.

Slide 11 - Diapositive

Lees het dialoog en vul de ontbrekende zin in.
* Leraar: Escribe la palabra en tu cuaderno.
* Leerling: ¿Qué? ..........................................
* Leraar: Escribe la palabra en tu cuaderno.

Tip: Je wilt dat de leraar iets nog een keer zegt.

Slide 12 - Question ouverte

Lees het dialoog en vul de ontbrekende zin in.
* Leerling: ............................................................
* Leraar: Sí, claro.

Tip: Je vraagt of de leraar het op het bord wil schrijven.

Slide 13 - Question ouverte

Lees het dialoog en vul de ontbrekende zin in.
* Leraar: Completa ejercicio 3, página 12 (libro de texto)
* Leerling: ......................................................
* Leraar: Sí, claro. ¡Muy bien!

Tip: Je wil weten of je de opdracht zo goed hebt gemaakt.

Slide 14 - Question ouverte

Lees het dialoog en vul de ontbrekende zin in.
* Leraar: Subraya las palabras, relaciona las respuestas, y completa el ejercicio.
* Leerling: ........................................................
* Leraar: verbinden.

Tip: Je wilt weten wat 'relaciona' betekent.

Slide 15 - Question ouverte

Wat vraag je als je naar de WC moet?
A
¿De verdad?
B
¿Puedo ir al baño?
C
Más despacio, por favor.
D
¡Lo siento!

Slide 16 - Quiz