diabetes mellitus vragen en verdieping huiswerk

diabetes mellitus vragen en verdieping
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
VerpleegkundeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

diabetes mellitus vragen en verdieping

Slide 1 - Diapositive

Wat is diabetes mellitus?
A
Een chronische aandoening waarbij het lichaam problemen heeft met het reguleren van de bloedsuikerspiegel.
B
Een aandoening waarbij het lichaam te weinig suiker produceert.
C
Een aandoening waarbij het lichaam te veel insuline aanmaakt.
D
Een tijdelijke stijging van de bloedsuikerspiegel.

Slide 2 - Quiz

Welk orgaan produceert insuline in het lichaam?
A
De lever
B
De alvleesklier
C
De nieren
D
De longen

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Lien

Verdieping DM II
De video in de volgende dia geeft verdere verdieping over diabetes medicatie. Dit is wel wat ingewikkelder. 
je vragen hierover kan je altijd in de komende les stellen! 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Wat is de rol van insuline bij diabetes?
A
Insuline is een enzym dat suiker afbreekt.
B
Insuline heeft geen invloed op de bloedsuikerspiegel.
C
Insuline is een hormoon dat helpt bij het reguleren van de bloedsuikerspiegel.
D
Insuline is een medicijn dat de bloedsuikerspiegel verhoogt.

Slide 8 - Quiz

Wat is een veelvoorkomend symptoom van diabetes mellitus?
A
Hoofdpijn hebben
B
Veel dorst hebben
C
Buikpijn hebben
D
Koorts hebben

Slide 9 - Quiz

Wat zijn mogelijke complicaties van een vingerprik?
A
Gewichtstoename
B
Verhoogde bloeddruk
C
Kleine bloeding, blauwe plek of pijn op de prikplaats
D
Hoofdpijn en duizeligheid

Slide 10 - Quiz

Wat is het doel van een vingerprik bij bloedsuiker bepaling?
A
Het meten van de cholesterolwaarde
B
Het verlagen van de bloedsuikerspiegel
C
Het controleren van de bloedsuikerwaarde
D
Het verhogen van de bloedsuikerspiegel

Slide 11 - Quiz

Wat is een normale bloedglucose waarde?
A
Tussen 4 en 6 mmol/L
B
Tussen 8 en 10 mmol/L
C
Tussen 2 en 3 mmol/L
D
Tussen 12 en 14 mmol/L

Slide 12 - Quiz

Wat kan een oorzaak zijn van een verhoogde bloedglucose waarde?
A
Te veel insuline in het lichaam
B
Te weinig insuline in het lichaam
C
Een hoge inname van vitamine C
D
Te veel lichaamsbeweging

Slide 13 - Quiz

Hoe wordt de bloedglucose waarde bepaald?
A
Met behulp van een bloeddrukmeter
B
Met behulp van een bloedglucosemeter
C
Met behulp van een weegschaal
D
Met behulp van een thermometer

Slide 14 - Quiz

Welke vorm van diabetes mellitus is het meest voorkomend?
A
Prediabetes.
B
Type 1 diabetes.
C
Type 2 diabetes.
D
Gestational diabetes.

Slide 15 - Quiz

Wat is hypoglycemie?
A
Een normale bloedsuikerspiegel.
B
Een aandoening waarbij de bloedsuikerspiegel constant blijft.
C
Een hoge bloedsuikerspiegel.
D
Een lage bloedsuikerspiegel.

Slide 16 - Quiz

Wat is hyperglycemie?
A
Een lage bloedsuikerspiegel.
B
Een aandoening waarbij de bloedsuikerspiegel constant blijft.
C
Een hoge bloedsuikerspiegel.
D
Een normale bloedsuikerspiegel.

Slide 17 - Quiz

Wat is insuline intolerantie?
A
Een aandoening waarbij het lichaam geen insuline kan produceren.
B
Een aandoening waarbij het lichaam insuline niet goed kan verwerken.
C
Een aandoening waarbij het lichaam insuline overgevoelig is.
D
Een aandoening waarbij het lichaam te veel insuline produceert.

Slide 18 - Quiz

Wat zijn mogelijke symptomen van insuline intolerantie?
A
Misselijkheid, spierpijn, verlaagde hartslag.
B
Gewichtstoename, vermoeidheid, verhoogde bloedsuikerspiegel.
C
Gewichtsverlies, slapeloosheid, lage bloedsuikerspiegel.
D
Hoofdpijn, duizeligheid, lage bloeddruk.

Slide 19 - Quiz

Hoe kan insuline intolerantie behandeld worden?
A
Met een dieet, lichaamsbeweging en medicatie.
B
Met acupunctuur en kruidensupplementen.
C
Met bloedtransfusies en bestralingstherapie.
D
Met chirurgische ingrepen en fysiotherapie.

Slide 20 - Quiz