4basis-thema 4 voeding en vertering les dinsdag
1 / 18
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Zijn de volgende beweringen onjuist of juist? Sleep naar de juiste kolom.
Juist
Onjuist
In alcohol zitten veel koolhydraten.
Baby’s en pubers hebben veel bouw- en brandstoffen nodig.
Een meisje van veertien jaar verbruikt minder energie dan een jongen
van veertien jaar.
Een bejaarde heeft meer bouwstoffen nodig dan een puber.
Een voetballer van zeventien jaar heeft meer brandstof nodig dan een
even oude jongen die in zijn vrije tijd veel leest.
Een opgroeiende jongen heeft verhoudingsgewijs meer bouwstoffen
nodig dan een jongen die uitgegroeid is.
nodig dan een jongen die uitgegroeid is.
Een volwassen vrouw heeft geen bouwstoffen meer nodig.
Slide 7 - Question de remorquage
Slide 8 - Diapositive
Planteneters eten .
Hierbij komen de in het lichaam van een dier terecht. Het dier kan deze organische stoffen gebruiken als of .
Bij de komt energie. Water en
komt via de longen in de lucht.
koolstofdioxide
planten
voedingsstoffen
brandstoffen
bouwstoffen
verbranding
Slide 9 - Question de remorquage
Alle voedingsstoffen zijn bouwstoffen
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Vet, koolhydraat en eiwit kan je gebruiken als beschermende stof.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Water is een brandstof
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
Vetten en koolhydraten zijn reservestoffen, bouwstoffen en brandstoffen
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Vet en koolhydraten zijn reserve stoffen
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Wat is het vershil tussen een voedingsmiddel en een voedingstof?
Slide 15 - Question ouverte
Weet je het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingstoffen?
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quiz
Ik weet de vier functies van voedingstoffen?
A
ik weet het niet
B
Het zijn reserve-, bouw- en beschermende stoffen
C
ik weet ze uit mijn hoofd
D
ik kan ze herkennen
