M3 NE paragraaf 4.8 spelling

M3 NE paragraaf 4.8 spelling 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

M3 NE paragraaf 4.8 spelling 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
- Je leert waar je een apostrof, trema en accenttekens gebruikt. 
 

Slide 2 - Diapositive

huiswerktaken
- Basis 4.8 opdracht: 6,7,8,9,10

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog?

Slide 4 - Diapositive

Noem regels voor hoofdlettergebruik.

Slide 5 - Carte mentale

Als de zin begint met een cijfer of getal gebruik je een hoofdletter in het woord dat daarna komt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

'Tim wordt door de reddingswerkers gezocht.'

Welk woord is het voltooid deelwoord?
A
wordt
B
door
C
Tim
D
gezocht

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Welk woord is fout geschreven?
A
Bacteriën
B
Knieën
C
Categoriën
D
Buiig

Slide 9 - Quiz

Je schrijft een trema op de plek waar de nieuwe lettergreep begint.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Accent aigu
Accent grave 
Accent circonflexe
Streepje naar rechts 
Streepje naar links 
Dakje 
Café
Scène 
Enquête 

Slide 12 - Question de remorquage

Met welk accent kun je nadruk op een woord leggen?
A
Accent aigu
B
Accent grave
C
Accent circonflexe

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Wanneer gebruik je een apostrof voor de -s?
A
Als een woord op een sis-klank eindigt.
B
Achter woorden die op een lange klinker eindigen die je met één letter schrijft.

Slide 15 - Quiz

Als een woord op een sis-klank eindigt, gebruik je alleen een apostrof.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Bij welke naam hoef je alleen een apostrof achter het woord te zetten?
A
Emma
B
Gaby
C
Max
D
Otto

Slide 17 - Quiz

Hoe vond je de les gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

huiswerktaken
- Basis 4.8 opdracht 6-10.

Slide 19 - Diapositive