B&F Taal Persoonsvorm 2 met namen van kinderen
1 / 19
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm?
Luke kreeg een kerstcadeau.
Luke kreeg een kerstcadeau.
Slide 4 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Levi heeft een voetbal.
Levi heeft een voetbal.
Slide 5 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Aghilas geeft een rode kaart.
Aghilas geeft een rode kaart.
Slide 6 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Rosanne zingt een liedje
Rosanne zingt een liedje
Slide 7 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Dante krijgt een voetbal.
Dante krijgt een voetbal.
Slide 8 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Dailey geniet van zijn vuurwerk
Dailey geniet van zijn vuurwerk
Slide 9 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Hope houdt van de kleur roze.
Hope houdt van de kleur roze.
Slide 10 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Daniel en Julian E maken een mooie ster?
Daniel en Julian E maken een mooie ster?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Imaan wordt blij van tekenen.
Imaan wordt blij van tekenen.
Slide 12 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Remy leest graag Duckies.
Remy leest graag Duckies.
Slide 13 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Rohan en Chia lezen spannende boeken.
Rohan en Chia lezen spannende boeken.
Slide 14 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Kiki knutselt prachtig cadeautjes.
Kiki knutselt prachtig cadeautjes.
Slide 15 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Luna en Linn gamen op Roblox.
Luna en Linn gamen op Roblox.
Slide 16 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Julian S scheurt ervandoor met zijn raceauto.
Julian S scheurt ervandoor met zijn raceauto.
Slide 17 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Senna knuffelt met haar poes.
Senna knuffelt met haar poes.
