Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
H4 Kracht en beweging
Oefentoets VMBO kader/basis
Slide 1 - Diapositive
Welke krachten ken je?
Slide 2 - Carte mentale
Wat is bij het TEKENEN van krachten het allerbelangrijkst?
A
Grootte
B
Richting
C
Aangrijpingspunt
D
Allemaal even belangrijk.
Slide 3 - Quiz
Een fietser rijd de berg op. Welke krachten werken hem tegen?
A
Zwaartekracht
B
Wrijvingskracht
C
Luchtweerstand
D
Alle 3 genoemde krachten
Slide 4 - Quiz
Wat is de formule hoe we een massa (in kg of g) omrekenen naar een kracht in N ?
Slide 5 - Question ouverte
Krachten kan je meten met een
A
weegschaal
B
Krachtmeter
C
thermometer
Slide 6 - Quiz
Hoe groot is het meetbereik van de krachtmeter hiernaast?
Slide 7 - Question ouverte
Aan een krachtmeter hangt een blokje. Wat geeft de middelste krachtmeter aan?
A
7,2 N
B
7,5 N
C
7,7 N
Slide 8 - Quiz
Wat is de nettokracht?
A
alle krachten samen
B
als er geen krachten zijn, dat is de nettokracht
C
de sterkste kracht in de tekening
Slide 9 - Quiz
Wat is de nettokracht?
A
186N
B
8360N
C
1,45N
D
34N
Slide 10 - Quiz
Een auto rijdt 3,2 uur lang een gemiddelde snelheid van 82 km/h. Wat is de afstand die de auto aflegt tijdens deze rit? Gebruik weer het stappenplan! (Gegeven, gevraagd, formule, berekenen, antwoord)
Slide 11 - Question ouverte
Een fietser rijdt met constante snelheid. Hoe noem je de krachten die de beweging van de fietser tegenwerken?
Slide 12 - Question ouverte
Een fietser rijdt met constante snelheid. Zijn tegenwerkende kracht is totaal 25 N. Hoeveel kracht moet de fietser houden om snelheid constant te houden?
Slide 13 - Question ouverte
Kader: Welke formule moet je gebruiken voor de hefboom regel?
A
F = m x g
B
M = F : g
C
M = F x r
D
F1 x L1 = F2 x L2
Slide 14 - Quiz
Kader: Bereken de kracht tussen de messen van de schaar bij punt S.
Slide 15 - Question ouverte
Hiernaast zie je een tekening van een torenkraan. Bij de maximale reikwijdte van de giek mag een last van met een massa van 1550 kg aan de katrol hangen. Hoe groot is de zwaartekracht op een last met een massa van 1550 kg? Schrijf je berekening erbij.
Slide 16 - Question ouverte
Hiernaast zie je een tekening van een torenkraan. Aan de kabels hangt een gewicht van 2500 N. Deze hangt aan 2 kabels. Hoe groot is de kracht in elke kabel?
Slide 17 - Question ouverte
Stelling: Hefbomen hebben altijd een draaipunt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Bereken de kracht op de spijker
Slide 19 - Question ouverte
Geef in het plaatje hiernaast aan wat de losse katrol en de vaste katrol zijn.
losse katrol
vaste katrol
Slide 20 - Question de remorquage
Welke katrol in een takel verandert de richting van de trekkracht?
A
Losse katrol
B
Vaste katrol
Slide 21 - Quiz
Hoe groot is de trekkracht?
A
1200N
B
600N
C
200N
D
400N
Slide 22 - Quiz
Bereken de gemiddelde snelheid als een auto 3000 meter aflegt in 5 minuten.