Persoonlijke brief schrijven herhaling en oefening

Persönlicher Brief
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Persönlicher Brief

Slide 1 - Diapositive

een persoonlijke brief
A
kent geen aanhef
B
moet in de Sie-vorm
C
kent geen strikte regels, je mag doen wat je wilt
D
is niet voor zakelijk doel

Slide 2 - Quiz

Welke Duitse aanhef heb je?

Slide 3 - Carte mentale

Liebe Anika= Beste Anika
Lieber Hans= beste Hans
Liebe Kinder= beste kinderen


Hallo Anika
Hallo Hans
Hallo Kinder

Slide 4 - Diapositive

achter de aanhef
A
komt een komma en meteen kleine letter bij volgende zin
B
komt een uitroepteken en kleine letter bij volgende zin
C
komt een komma en hoofdletter bij volgende zin
D
komt niets en de volgende zin begint met hoofdletter

Slide 5 - Quiz

Liebe Anika, 

ich hoffe es geht dir gut.

Slide 6 - Diapositive

liebe Grüße
hartelijke groeten
Tschüss
met vriendelijke groeten
lieve groeten
herzliche Grüße
doei, dag
mit freundlichen Grüßen

Slide 7 - Question de remorquage

Opdracht brief /e- mail schrijven


Je bent terug van je stage. Tijdens je stage heb je goed contact gehad met je collega’s van het stagebedrijf. Je hebt beloofd dat contact te onderhouden en je schrijft een brief/email
Je schrijft de volgende punten in het Duits.

  1. Juiste aanhef
  2. Je vraagt hoe het gaat
  3. Je vertelt hoe het met jou gaat (goed)
  4. Je vertelt dat je nu weer naar school gaat.
  5. Je vertelt dat je het wel leuk vindt om weer op school te zijn maar dat je de stage mist
  6. Je vraagt hoe het weer nu is
  7. Je hoopt dat je ze volgend jaar weer kan zien (bezoeken).
  8. Je sluit af op gepaste manier 











Slide 8 - Diapositive

ik   /ga        / nu     /weer      /naar   / school.
ich /gehe   / jetzt  /wieder  / zur     /Schule.

Slide 9 - Diapositive

Aanhef:
Beste Peter,

Slide 10 - Question ouverte

1e zin:
Hoe gaat het met jou?

Slide 11 - Question ouverte

2e zin:
Met mij gaat het goed.

Slide 12 - Question ouverte

Je vertelt dat je nu weer naar school gaat.
Ich 
gehe
jetzt
wieder
zur
Schule

Slide 13 - Question de remorquage

Je vertelt dat je het wel leuk vindt om weer op school te zijn maar dat je de stage mist:
"Ik vind het leuk"
A
Ich liebe es
B
Ich finde es toll
C
Ich finde es schön
D
Ich finde es gut

Slide 14 - Quiz

Je vertelt dat je het wel leuk vindt om weer op school te zijn maar dat je de stage mist:
"om weer op school te zijn"
A
om weder in die Schule zu sein
B
om wieder in die Schole te zijn
C
um wieder in der Schule zu sein
D
um wider in die Schule zu sein

Slide 15 - Quiz

Je vertelt dat je het wel leuk vindt om weer op school te zijn maar dat je de stage mist:
vertaal "maar"

Slide 16 - Question ouverte

Je vertelt dat je het wel leuk vindt om weer op school te zijn maar dat je de stage mist:
"ik mis"
A
ich misse
B
ich vermisse
C
ich mis
D
ich vermische

Slide 17 - Quiz

Vertaal:
"de stage"

Slide 18 - Question ouverte

Probeer nu de hele zin te formuleren:
"Ik vind het leuk om weer op school te zijn, maar ik mis de stage."

Slide 19 - Question ouverte

Je vertelt dat je veel hebt geleerd op stage.
viel
habe
im 
Ich
Praktikum
gelernt

Slide 20 - Question de remorquage

Je vraagt hoe het weer nu is:
hoe vertaal je "Hoe"
A
wer
B
wo
C
wie
D
wann

Slide 21 - Quiz

Je vraagt hoe het weer nu is:
Wat is "het weer"?
A
das Weer
B
das Weder
C
das Weter
D
das Wetter

Slide 22 - Quiz

Je vraagt hoe het weer nu is:
Hoe vertaal je "nu"?
A
jetzt
B
nu
C
nau
D
manchmal

Slide 23 - Quiz

Vertaal nu de hele zin:
Je vraagt hoe het weer nu is

Slide 24 - Question ouverte

Je hoopt dat je ze volgend jaar weer kan zien (bezoeken):
"Ik hoop"
A
Ich haufe
B
Ich hopfe
C
Ich hoffe
D
Ich hope

Slide 25 - Quiz

Je hoopt dat je ze volgend jaar weer kan zien (bezoeken):
vertaal "volgend jaar"

Slide 26 - Question ouverte

Je sluit af op gepaste manier 

Slide 27 - Carte mentale