7.2 Van % naar factor

Hoofdstuk 7, par. 2
Je leert procenten omzetten in factoren.

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 7, par. 2
Je leert procenten omzetten in factoren.

Slide 1 - Diapositive

7.2 Procenten en factor
Wat gaan we herhalen:
  • Aan de hand van een factor aangeven of het totale aantal       stijgt of daalt.
  • De grootte van de stijging of daling berekenen.

Slide 2 - Diapositive

100%
149,50 = 100% omdat dit de prijs is die je eigenlijk moet betalen.

Slide 3 - Diapositive

100%
van 100% naar 15% is niet makkelijk vandaar dat we eerst rekenen naar 1% en daarna naar 15%
15%

Slide 4 - Diapositive

100%
15%
1,495
22,425
Moet Annemijn nu 22,43 betalen?
Nee want die 22,43 is de korting!
Zij moet nu 149,50 - 22,425 = 127,08 euro betalen

Slide 5 - Diapositive

100%
85%
: 100      x 85
: 100      x 85
1,495
127,075
Wat je ook kan doen is bedenken dat als zij 15% korting krijgt, zij dan 100% - 15% = 85% moet betalen bij de kassa!
Nu reken je direct uit wat Annemijn moet betalen.

Slide 6 - Diapositive

Je weet nu dat 15% hetzelfde is als  0,15

10015
15 % betekent: 15 van de honderd
15 gedeeld door 100 is 0,15
De factor waarmee je nu moet vermenigvuldigen is dus 0,15!
149,50 x 0,15 = 22,425  
149,50 - 22,425 = 127,075

Slide 7 - Diapositive

Je weet nu dat 85% hetzelfde is als 0,85

10085
85% betekent: 85 van de honderd
85 gedeeld door 100 is 0,85
De factor waarmee je nu moet vermenigvuldigen is dus 0,85!
149,50 x 0,85 = 127,08 euro 
En heb je gelijk het bedrag wat Annemijn moet betalen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Welke factor hoort 10% erbij?
A
0,10
B
0,90
C
1,10
D
1,09

Slide 10 - Quiz

Welke factor hoort bij 30% eraf?
A
0,30
B
0,70
C
1,30
D
1,70

Slide 11 - Quiz

Welke factor hoort bij 0,8% erbij?
A
0,8
B
0,2
C
1,08
D
1,008

Slide 12 - Quiz

Hoeveel procent komt erbij of gaat eraf met een factor van 1,17?
A
17% erbij
B
17% eraf
C
83% erbij
D
83% eraf

Slide 13 - Quiz

Hoeveel procent komt erbij of gaat eraf met een factor van 0,93?
A
93% erbij
B
93% eraf
C
7% erbij
D
7% eraf

Slide 14 - Quiz

Welke kortingsactie kies je?
Bij een aankoopbedrag van €100,-

A
Eerst €10,- van de prijs en daarna nog 10% korting
B
Eerst 10% korting en daarna €10,- van de prijs af.
C
Dit maakt niets uit
D
€18,- korting

Slide 15 - Quiz

Welke kortingsactie kies je?
Bij een aankoopbedrag van €1000,-

A
Eerst €100,- van de prijs en daarna nog 10% korting
B
Eerst 10% korting en daarna €100,- van de prijs af.
C
Dit maakt niets uit
D
€180,- korting

Slide 16 - Quiz

Maak opg. 14 t/m 17 op blz. 16
Je laptop + LessonUp mag je afsluiten

Slide 17 - Diapositive