Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Gramm pv
De persoonsvorm (pv)
De persoonsvorm is
altijd
een werkwoord.
Staat er maar één werkwoord in de zin? Dan is dat automatisch de persoonsvorm.
Door de zin vragend te maken kun je de persoonsvorm vinden (werkwoord vooraan is de persoonsvorm)
Door de zin van tijd te veranderen kan je de persoonsvorm vinden (werkwoord dat verandert is de persoonsvorm)
1 / 12
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Cette leçon contient
12 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
De persoonsvorm (pv)
De persoonsvorm is
altijd
een werkwoord.
Staat er maar één werkwoord in de zin? Dan is dat automatisch de persoonsvorm.
Door de zin vragend te maken kun je de persoonsvorm vinden (werkwoord vooraan is de persoonsvorm)
Door de zin van tijd te veranderen kan je de persoonsvorm vinden (werkwoord dat verandert is de persoonsvorm)
Slide 1 - Diapositive
De persoonsvorm is een .....
A
Persoon
B
Ding
C
Werkwoord
D
Zelfstandig naamwoord
Slide 2 - Quiz
De persoonsvorm
De persoonsvorm is het belangrijkste werkwoord in de zin.
Je vindt de persoonsvorm door de zin vragend te maken. Het eerste werkwoord dat vooraan komt, is de persoonsvorm.
Bijvoorbeeld:
Petra
heeft
een leuke baan.
Heeft
Petra een leuke baan?
Slide 3 - Diapositive
De persoonsvorm is altijd een werkwoord
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
Hoe vind je de persoonsvorm?
A
Door de zin in een andere tijd te zetten
B
Door de zin om te draaien
C
Door ' t exkofschip te gebruiken
D
Met de getalproef
Slide 5 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Ik kan dit niet betalen.
A
kan
B
betalen
C
Ik
Slide 6 - Quiz
Als je het onderwerp van een tekst wilt weten stel je de vraag
A
Hoe gaat het met je?
B
Waar gaat de tekst over?
C
Hoeveel alinea's heeft de tekst?
D
Hoeveel tussenkopjes heeft de tekst?
Slide 7 - Quiz
Wat heb je nu geleerd?
Slide 8 - Question ouverte
Waar staan de zinsdeelstrepen juist?
A
Een van de bestverkochte spellen / ter wereld / kun / je / Monopoly / wel noemen.
B
Een van de bestverkochte spellen / ter wereld / kun / je / Monopoly / wel / noemen.
C
Een van de bestverkochte spellen ter wereld / kun / je / Monopoly / wel / noemen.
D
Een van de bestverkochte spellen ter wereld / kun / je / Monopoly / wel noemen.
Slide 9 - Quiz
Zijn de zinsdeelstrepen juist verdeeld?
Zij | heeft | kauwgom | in haar haar.
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quiz
Zijn de zinsdeelstrepen juist verdeeld?
Waarom heb | je | dat | verteld?
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quiz
Bij welk antwoord staan de zinsdeelstrepen goed?
A
|Vader en moeder |hebben| een feestje georganiseerd.|
B
|Vader en moeder |hebben| een feestje| georganiseerd.|
Slide 12 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Gramm pv
Septembre 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Gramm pv
Janvier 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Herhaling LJ1
Avril 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Gramm pv
Août 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Gramm pv
Novembre 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Les 1 (pv, ow, wg)
Mai 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
H6 Taalverzorging H6
Avril 2022
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Zinsontleding periode 3
Mai 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3