Herhaling LJ1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Nederlands

Vrijdag 5 april 

7e lesuur 13.30-14.15u

Programma

1. Lezen

2. Uitleg 

3. Aan de slag 

4. Extra tijd? 

Vandaag krijgen jullie uitleg over de persoonsvorm. 

Dit kennen jullie al, maar even een opfrisser! 

De persoonsvorm (pv)

• De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
• Staat er maar één werkwoord in de zin? Dan is dat automatisch de persoonsvorm.
• Door de zin vragend te maken kun je de persoonsvorm vinden (werkwoord vooraan is de persoonsvorm)
• Door de zin van tijd te veranderen kan je de persoonsvorm vinden (werkwoord dat verandert is de persoonsvorm)

De persoonsvorm is een .....

1. Persoon
2. Ding
3. Werkwoord
4. Zelfstandig naamwoord

De persoonsvorm

De persoonsvorm is het belangrijkste werkwoord in de zin.

Je vindt de persoonsvorm door de zin vragend te maken. Het eerste werkwoord dat vooraan komt, is de persoonsvorm.

Bijvoorbeeld:

Petra heeft een leuke baan.

Heeft Petra een leuke baan?

De persoonsvorm is altijd een werkwoord

1. Ja
2. Nee

Hoe vind je de persoonsvorm?

1. Door de zin in een andere tijd te zetten
2. Door de zin om te draaien
3. Door ' t exkofschip te gebruiken
4. Met de getalproef

Wat is de persoonsvorm?
Ik kan dit niet betalen.

1. kan
2. betalen
3. Ik

Als je het onderwerp van een tekst wilt weten stel je de vraag

1. Hoe gaat het met je?
2. Waar gaat de tekst over?
3. Hoeveel alinea's heeft de tekst?
4. Hoeveel tussenkopjes heeft de tekst?

Wat heb je nu geleerd?

Waar staan de zinsdeelstrepen juist?

1. Een van de bestverkochte spellen / ter wereld / kun / je / Monopoly / wel noemen.
2. Een van de bestverkochte spellen / ter wereld / kun / je / Monopoly / wel / noemen.
3. Een van de bestverkochte spellen ter wereld / kun / je / Monopoly / wel / noemen.
4. Een van de bestverkochte spellen ter wereld / kun / je / Monopoly / wel noemen.

Zijn de zinsdeelstrepen juist verdeeld?
Zij | heeft | kauwgom | in haar haar.

1. ja
2. nee

Zijn de zinsdeelstrepen juist verdeeld?
Waarom heb | je | dat | verteld?

1. ja
2. nee

Bij welk antwoord staan de zinsdeelstrepen goed?

1. |Vader en moeder |hebben| een feestje georganiseerd.|
2. |Vader en moeder |hebben| een feestje| georganiseerd.|

Aan de slag 

Maak de opdrachten van 

Cursus 7 Spelling

§ 10 Herhaling leerjaar 1 kgt

Ben je klaar? Steek dan je vinger op! 

jeugdjournaal.nl

Goed gewerkt!

Jullie morgen iets voor jezelf doen. 

Afsluiten

Dat was het alweer! Jullie hebben goed gewerkt. 

Fijn weekend toppers!