Taalverzorging 4H deel 1 interpunctie

Interpunctie en taalverzorging 4H 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Interpunctie en taalverzorging 4H 

Slide 1 - Diapositive

Interpunctie  
In deze les gaan jullie kennismaken met het onderdeel interpunctie. Door verschillende fragmentjes te bekijken, leer je hoe belangrijk interpunctie is in onze taal. Tijdens de les kun je bladzijde 9 van je boekje 'Taalverzorging' erbij houden. Daar vind je de belangrijkste regels op een rijtje. Indien nodig kun je de theorie tijdens de les aanvullen.  

Slide 2 - Diapositive

Waarom is taalverzorging voor jou wel of niet belangrijk?

Slide 3 - Carte mentale

Waarom?
Door verzorgd met je taal om te gaan, geef jij een belangrijk signaal af: jij hecht waarde aan de presentatie van de boodschap.


Hoe?
Door onze taal en de taalregels onder de loep te nemen, leer je het belang in te zien.


Wat?
Je krijgt instructie, je verdiept je in de taalverzorging, je maakt opdrachten en je denkt na over taalkwesties.

Slide 4 - Diapositive

Hoe erg is de taalfout?
Hiernaast zie je 5 zinnen met in iedere zin een fout.
1. Zoek de fout(en);
2. Maak een ranglijst van storend tot minst storend.
  1. Voor mij is spelling een belangrijk onderdeel van taal, want je kunt er namelijk mee laten zien dat je de ander serieus neemt.
  2. Hoewel ik me besef dat spelling bijdraagt aan de boodschap, hoef ik echt niet een tekst overnieuw te schrijven na een fout.
  3. Zo kun je bijvoorbeeld best eens een komma vergeten.
  4. De leerlingen die met zekerheid een voldoende willen hebben vaak goed geleerd en geoefend.
  5. Ik hoop dat ik in deze module voldoende wordt uitgedaagd om taalvaardiger te worden.




timer
4:00

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

We starten met het onderdeel interpunctie 

Slide 7 - Diapositive

Betekenisverschil?
  • Hij zat op haar schoot en rustte uit.
  • Hij zat op haar, schoot en rustte uit.

Slide 8 - Diapositive

Wat staat hier?
De meester zei Pietje is een monster


Slide 9 - Diapositive

Wat staat hier?
De meester zei: "Pietje is een monster."


Slide 10 - Diapositive

Wat staat hier?
"De meester," zei Pietje, "is een monster."


Slide 11 - Diapositive

programma
- Bewustwording
- Oefenen
- Enkele regels!
- Klaar

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Welke regels ken je al?
Sleep de regel naar het leesteken
Sleepvraag maken -->

Slide 14 - Diapositive

tekstvormen
Terug naar de lastige zin-->
dubbele punt
Aanhalingstekens
Komma
puntkomma
om aan te geven dat je het woord en niet de betekenis van het woord bedoelt.
Voor een voegwoord als 'maar', 'omdat', 'want' en 'daarom'.
Voor een opsomming die aangekondigd is
Tussen twee zinnen die bij elkaar horen.
Voor een citaat.
Om aan te geven dat iets gezegd wordt.

Slide 15 - Question de remorquage

'Hans zei Grietje zal ik met dit mooie weer mijn rokje aan doen?' (Herman Finkers)
Leg aan de hand van dit citaat uit waarom interpunctie heel belangrijk is in onze taal.

Slide 16 - Carte mentale

komma (,)
Als ik naar school ga pak ik de fiets. 

Slide 17 - Diapositive

komma (,)
Als ik naar school ga pak ik de fiets.
Als ik naar school ga, pak ik de fiets.
(1) Tussen twee persoonsvormen

Slide 18 - Diapositive

komma (,)
(1) Tussen twee persoonsvormen 
(2) Tussen delen van een opsomming
We hebben chips, chocola, cola en frisdrank gekocht. 

Slide 19 - Diapositive

komma (,)
(1) Tussen twee persoonsvormen
(2) Tussen delen van een opsomming
(3) Voor een aantal voegwoorden (zie boekje)
LessonUp is een handig programma, maar het is soms nog wel een beetje zoeken. 

Slide 20 - Diapositive

komma (,)
(1) Tussen twee persoonsvormen
(2) Tussen delen van een opsomming
(3) Voor een aantal voegwoorden (zie boekje)
(4) Na een uitroep 
, weet je wel dat we alweer twee maanden thuis zitten?

Slide 21 - Diapositive

komma (,)
(1) Tussen twee persoonsvormen
(2) Tussen delen van een opsomming
(3) Voor een aantal voegwoorden (zie boekje)
(4) Na een uitroep 
(5) Na een bijstelling 
Meneer Peters, voorzitter van de ouderraad, heeft een grote bijdrage geleverd. 

Slide 22 - Diapositive

komma (,)
(1) Tussen twee persoonsvormen
(2) Tussen delen van een opsomming
(3) Voor een aantal voegwoorden (zie boekje)
(4) Na een uitroep
(5) Na een bijstelling 
(6) Na een aantal signaalwoorden aan het begin van de zin (zie boekje) 
Kortom, morgen gaan we op vakantie. 
Echter, we hebben nog geen ticket. 

Slide 23 - Diapositive

dubbele punt (:)
De patiënt redt het niet het donorhart invriezen dus

Slide 24 - Diapositive

dubbele punt (:)
De patiënt redt het: niet het donorhart invriezen dus!
De patiënt redt het niet: het donorhart invriezen dus!

Slide 25 - Diapositive

dubbele punt (:)
1) Voor een toelichting of verklaring
Vingerafdrukken worden als uniek beschouwd: zelfs verschillende vingers van dezelfde hand zijn niet gelijk.

Slide 26 - Diapositive

dubbele punt (:)
1) Voor een toelichting of verklaring
2) voor een opsomming
De volgende leerlingen moeten nablijven: Daniël, Demi, Anouk en Annelin.

Slide 27 - Diapositive

dubbele punt (:)
1) Voor een toelichting of verklaring
2) voor een opsomming
3) Voor een citaat
De docent meldde: "Maak je huiswerk en stel de juiste vragen, dan hoef je amper te leren voor de toets."

Slide 28 - Diapositive

punt komma (;)
Mutsen, sjaals, wanten deze kledingstukken hebben we in de lente niet meer nodig. 

Slide 29 - Diapositive

punt komma (;)
(1) Als je iets herhaalt/samenvat wat je al eerder genoemd hebt
Mutsen, sjaals, wanten deze kledingstukken hebben we in de lente niet meer nodig. 
Mutsen, sjaals, wanten; deze kledingstukken hebben we in de lente niet meer nodig. 

Slide 30 - Diapositive

punt komma (;)
(1) Als je iets herhaalt/samenvat wat je al eerder genoemd hebt
(2) Tussen twee (hoofd)zinnen die sterk met elkaar samenhangen
Beginnen jullie maar alvast; door het drukke verkeer ben ik wat later. 

Slide 31 - Diapositive

Heb je het begrepen?
Test jezelf en maak de opdrachten 'interpunctie' op blz. 17 t/m 20 van je boekje. 

Slide 32 - Diapositive