3.4 De regering regeert basis en kader

3.4 De regering regeert 
@MixedSignalSociety
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.4 De regering regeert 
@MixedSignalSociety

Slide 1 - Diapositive

Begrippen:
  • Ministers
  • Kabinet
  • De regering
  • Regeerakkoord
  • Staatsecretarissen
  • Wetsvoorstel 
  • Staatshoofd
  • Troonrde
  • Miljoenennota
  • Rijksbegroting 

Slide 2 - Diapositive

DE REGERING:
De koning & ministers 

Slide 3 - Diapositive

KABINET 
Ministers & staatssecretarissen  
(het dagelijks bestuur van ons land)

Slide 4 - Diapositive

Tweede Kamer
Alle democratisch gekozen partijen
150 zetels

Slide 5 - Diapositive

Eerste Kamer
75 Leden
Tweede Kamer 
150 Leden
Het Parlement 

Slide 6 - Diapositive

Regeerakkoord:
De grootste partij zoekt na de verkiezingen partijen die met hen willen samenwerken.
Samen hebben ze een meerderheid nodig.
Zijn ze het eens? Dan schrijven ze een regeerakkoord. Daarna vormen ze samen de regeringspartijen.

Regeerakkoord: de plannen van de regering voor de komende jaren.


Slide 7 - Diapositive

Ministers en staatssecretarissen

In het kabinet zitten ministers en staatssecretarissen die elk een eigen taak hebben.

Ministers krijgen ondersteuning van duizenden ambtenaren. Ook hebben de meeste ministers hulp van een staatssecretaris = Een soort assistent-minister die verantwoordelijk is voor een deel van de taken van een minister.


Slide 8 - Diapositive

Minister President:
De minister-president (ook wel premier genoemd) is de leider van het kabinet.
Hij is de belangrijkste minister en is de voorzitter als de regering vergadert.

Slide 9 - Diapositive

Ministers werken samen:

Elke vrijdag komen alle ministers bij elkaar. Ze maken samen plannen en wetsvoorstellen.

Ministers maken alleen wetsvoorstellen! Een wet wordt pas aangenomen als de Tweede Kamer en Eerste Kamer ermee instemmen.


Slide 10 - Diapositive

Taken van de koning: 
De koning is het staatshoofd. Hij is lid van de regering, maar heeft vrijwel geen macht. Zijn taken zijn:
  • Een handtekening zetten onder alle wetten.
  • De troonrede voorlezen op Prinsjesdag.
  • Overleg voeren met de minister-president.
  • Ons land vertegenwoordigen in het buitenland.
  • Ministers en staatssecretarissen beëdigen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Noem drie belangrijke onderdelen van Prinsjesdag.

Slide 14 - Question ouverte

Maken:
H.3.4 ''De regering regeert"

KGT Pagina 42 -45

Basis Pagina 74-76

Slide 15 - Diapositive

Wie zitten er in de regering
A
Alleen de koning
B
Koning en staatssecretaris
C
Ministers en staatssecretaris
D
Koning en ministers

Slide 16 - Quiz

Wat is een regeerakkoord?
A
Wat de standpunten van een politieke partij zijn
B
Wat de minister wilt dat er gaat gebeuren
C
De plannen van de regering voor de komende jaren
D
Plannen van de koning

Slide 17 - Quiz

De minister president ook wel premier genoemd is de leider van..
A
Nederland
B
Het kabinet
C
De koning

Slide 18 - Quiz

Wie zitten er in het kabinet
A
Alleen de koning
B
Koning en staatssecretaris
C
Ministers en staatssecretaris
D
Koning en ministers

Slide 19 - Quiz

Wat is GEEN taak van de koning?
A
Handtekening zetten onder wetten
B
De troonrede voorlezen
C
Beslissen welke wetten doorgaan
D
ministers benoemen

Slide 20 - Quiz

De koning...
A
Zit niet in de regering, wel in het kabinet.
B
Zit niet in het kabinet en wel in de regering.

Slide 21 - Quiz

De koning heeft.....
A
Veel macht
B
Vrijwel geen macht
C
Veel te zeggen
D
De belangrijkste positie

Slide 22 - Quiz

De Koning is onschendbaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Op Prinsjesdag worden behandeld?
A
De Miljoenennota
B
De Rijksbegroting
C
De Troonrede
D
De gouden koffer

Slide 24 - Quiz

Wat is Prinsjesdag?
A
Prinsen hebben vandaag feest
B
Koning treedt af
C
Koning blikt terug op afgelopen jaar
D
Kabinet maakt plannen voor komend jaar bekend

Slide 25 - Quiz

Prinsjesdag...
A
Is op de derde dinsdag van september
B
Is aan het einde van augustus.

Slide 26 - Quiz