4K, CT1, Verbranden en verwarmen H6, H11

CT 1 week




Verbranden en verwarmen H6, H11
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

CT 1 week




Verbranden en verwarmen H6, H11

Slide 1 - Diapositive

Verbrandingswarmte 
Elke brandstof heeft zijn eigen verbrandingswarmte. Dat is de hoeveelheid warmte die een bepaalde hoeveelheid brandstof kan leveren. De verbrandingswarmte van aardgas is bijvoorbeeld 32 MJ/m3. Dat betekent dat er 32 miljoen joule warmte vrijkomt als je 1 kubieke meter aardgas verbrandt. In Binas tabel 19 kun je de verbrandingswarmte van een aantal brandstoffen opzoeken.

Slide 2 - Diapositive

Binas, tabel 19

Slide 3 - Diapositive

Aardgas
Aardgas is een mengsel van verschillende gassen. De belangrijkste bestanddelen zijn methaan (ongeveer 80%) en stikstof (ongeveer 14%). Methaan en stikstof zijn kleurloze en reukloze gassen. Daarom wordt aan aardgas een beetje geurstof toegevoegd. Zo ruik je meteen dat er aardgas door een gaslek ontsnapt.

Slide 4 - Diapositive

verbrandingsdriehoek

Slide 5 - Diapositive

Soorten verbranding
Volledige verbranding 
=
BLAUW
Onvolledige verbranding 
=
ORANJE

Slide 6 - Diapositive

Verbranding
Volledige verbranding
 - koolstofdioxide
Onvolledige verbranding
- koolstofmonooxide
  • giftig 
  • geurloos
  • kleurloos

Slide 7 - Diapositive

Warmtetransport

Slide 8 - Diapositive

temperatuur-tijddiagram

Slide 9 - Diapositive

Energie meten
Energie (E) uitgedrukt in (J) Joule
  •  Q = E = P x t

Q geleverde warmte in joule (J)
E elektrische energie in joule (J)
P vermogen in watt (W)
t tijd in seconden (s)

Slide 10 - Diapositive

Warmte transport
Wat is warmte transport?

Slide 11 - Diapositive

Geleiding
Warmtetransport door geleiding vindt plaats in vaste stoffen.
Metalen zijn over het algemeen goede warmtegeleiders.
Hout en plastic zijn slechte warmtegeleiders.

Slechte warmtegeleiders noemen we 
isolatoren

Slide 12 - Diapositive

Stroming
Warmtetransport door stroming vindt plaats in vloeistoffen en gassen.
Vloeistoffen en gassen die 
warm worden zetten uit waardoor 
de dichtheid kleiner wordt. 
De vloeistof of het gas stijgt op.


Slide 13 - Diapositive

Straling
Warmtetransport door straling kan plaats vinden zonder tussenstof. Straling kan door doorzichtige voorwerpen (zoals lucht of water) heen.

Doffe en donkere voorwerpen absorberen veel straling. Deze straling wordt dan omgezet in warmte.
Lichte, glanzende voorwerpen absorberen weinig straling.

Slide 14 - Diapositive

Verschillende soorten energie
chemische energie
kernenergie
elektrische energie
stralingsenergie
bewegingsenergie
zwaarteenergie
veerenergie
elastische energie
warmte 

Slide 15 - Diapositive

Energie-omzettingen

Slide 16 - Diapositive

energieomzettingen
Bij een energie-omzetting wordt de ene energiesoort en omgezet in een of meer andere energiesoorten

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Rendement

Slide 19 - Diapositive

ELEKTRISCHE ENERGIE

De elektrische energie is de totale energie die gebruikt wordt in een bepaalde tijd. De elektrische energie geef je aan met de hoofdletter E (van Energie) eventueel gevolgd door kleine letters el.

De eenheid van Energie is Joule (J)

Je hebt geleerd dat het vermogen de totale energie is in één seconde.

Ga je de energie berekenen moet je de tijd omrekenen naar seconde.

De energie bereken je met de formule E = P x t.

Slide 20 - Diapositive

Binas, tabel 3

Slide 21 - Diapositive

Energiebronnen
In een energiebron zit energie opgeslagen.

Voorbeelden:
  • Fossiele brandstoffen (aardolie / steenkool / aardgas)
  • Hernieuwbare energie (raakt niet op - hout, wind, zonlicht en waterkracht)
  • Duurzame energie - hernieuwbare energie waarbij geen schadelijke stoffen vrijkomen (koolstofdioxide / zwaveldioxide / roet / stikstofoxiden)

Slide 22 - Diapositive