Herhaling + voltooid deelwoord + Engelse werkwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Terugblik: feit, mening, argument

Utrecht is de hoofdstad van Nederland.

Utrecht is de mooiste stad van Nederland.

Feit of mening?

Nederlands

Herhaling + Voltooid deelwoord + Engelse werkwoorden

Werkwoorden

- Persoonsvorm

- Infinitief

- Voltooid deelwoord

De persoonsvorm is altijd een...

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. voorzetsel

Wat is de persoonsvorm?

Het heeft niet zo kunnen zijn.

1. Het
2. zijn
3. kunnen
4. heeft

Onderwerp

Wil je weten of je de persoonsvorm in het enkelvoud of meervoud moet zetten?

Kijk dan naar het onderwerp in de zin!

Onderwerp = wie/wat + persoonsvorm

Wat is het onderwerp in de zin:
Op de werkvloer verdelen de instructeurs de taken.

Wat is het onderwerp in de zin:
Veel mbo-studenten hebben een bijbaan in het weekend.

Herhaling persoonsvorm tegenwoordige tijd

Zo schrijf je de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt):

ik of jij erachter	ik-vorm	ik word, vind jij
enkelvoud: jij/hij/zij/het	ik-vorm + t	jij wordt, zij vindt
meervoud: wij/zij/jullie	hele werkwoord	wij vinden, jullie worden

Herhaling persoonsvorm verleden tijd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(Worden) ... toch eens volwassen!

1. Word
2. Wordt
3. Werd
4. Worden

Wat is de persoonsvormen (tegenwoordige tijd) van beleven ?

Ik . . .

1. beleefde
2. beleeft
3. beleef
4. beleefd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Hij ......(zwaaien) naar haar.

1. zwaai
2. zwaait
3. zwaaide
4. gezwaaid

Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?

Zij ______________ (rusten)

1. ruste
2. rustte

Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?

Ik ______________ (pakken)

1. pakde
2. pakte

Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?

Hij ______________ (luisteren)

1. luisterde
2. luisterdde

Voltooid deelwoord

Soms staat er een voltooid deelwoord in de zin.

Je hebt eerder al geleerd hoe je deze kan vinden.

Sterke- en zwakke werkwoorden

Je kan te maken hebben met sterke of met zwakke werkwoorden.

 

- Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden hebben een klinkerwisseling en eindigen vaak op -en: verzinnen/verzonnen

- Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden hebben geen klinkerwisseling en eindigen op -t of -d.

Noem voorbeelden van Engelse werkwoorden in het Nederlands

(coachen) Hij... mij vandaag

1. coacht
2. coachd

(daten) Ik...gisteren met die jongen daar

1. date
2. datete

(gamen) Ik...gisteren van 17 tot 23 uur

1. gamde
2. gamede
3. gamete
4. gamte

(mailen)Hij...mij vandaag nog

1. mailde
2. mailt