De ontkenning in het Frans

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning
Nodig: laptop en boeken!

Eerste deel les: lesson up.
Tweede deel: zelf werken.

Overhoren woordjes.

Slide 2 - Diapositive



Het doel
Na deze les kan ik de ontkenning in het Frans!
Ik kan ontkennende zinnen schrijven over mijzelf of een ander.

Slide 3 - Diapositive


La négation
De ontkenning in het Frans

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

De ontkenning in het Frans
Ik ben in Parijs.
Je suis à Paris.

                                                                                        Ik ben niet in Parijs.
                                                                                       Je ne suis pas à Paris.

Slide 6 - Diapositive

Stappenplan

1.   Zoek de persoonsvorm (eerste werkwoord in de zin).

2.  Zet ne voor de persoonsvorm

3. Zet pas achter de persoonsvorm


LET OP! Begint de persoonsvorm met een klinker/h  >  n'



Slide 7 - Diapositive

De macaron




"Zie het als een macaron..."

De binnenkant is altijd een werkwoord: de persoonsvorm.
De twee buitenkanten die er omheen gaan: ne ... pas!

Persoonsvorm
Ne
Pas

Slide 8 - Diapositive

Staat de ontkenning goed in de zin?
Je ne pas suis français.
A
B

Slide 9 - Quiz

Staat de ontkenning goed in de zin?
Samuel ne regarde pas la télé.
A
B

Slide 10 - Quiz

Staat de ontkenning goed in de zin?
Nous ne avons pas un grand jardin.
A
B

Slide 11 - Quiz

Ontkenningen
in het Frans

Niet = ne ..... pas
Niet meer = ne ...... plus
nooit = ne...... jamais
Nog niet = ne ....... pas encore
Niets = ne ......rien
Je ne sais pas
Je ne sais plus
Je ne sais jamais
Je ne sais pas encore
Je ne sais rien

Slide 12 - Diapositive


Wat is de plaats van de ontkenning?
A
om het werkwoord
B
voor het werkwoord
C
om de persoonsvorm
D
achter het werkwoord

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Wat gebeurt er bij de ontkenning van c'est?
A
C'est ne pas
B
Ne c'est pas
C
Ce n'est pas
D
Ce ne pas est

Slide 15 - Quiz

Plaats van 'ne' / 'n'  en 'pas'
De plaats van 'ne' / 'n'  is vóór de persoonvorm.
Ook als er meer dan  1 werkwoordsvorm in de zin staat.

De plaats van 'pas' is achter de persoonsvorm,
ook als er meer dan 1 werkwoordsvorm in de zin staat.

Slide 16 - Diapositive

Wat is de plaats van 'ne'/'n' en 'pas' als er 1 werkwoord in de zin staat?
bv: La fille danse avec son ami.

Slide 17 - Question ouverte

Wat is de plaats van 'ne'/'n' en 'pas' in een zin die in de Passé Composé staat?
bv: La fille a dansé avec son ami.

Slide 18 - Question ouverte

Wat is de plaats van 'ne'/'n' en 'pas' als er een infinitif (heel werkwoord in de zin staat?
bv: La fille veut danser avec son ami.

Slide 19 - Question ouverte

welke ontkenningen
ken je nu in het Frans?

Slide 20 - Carte mentale






Opdrachten maken
timer
20:00

Slide 21 - Diapositive

Bedankt voor de aandacht
Graag gedaan doei

Slide 22 - Diapositive