De ontkenning in het Frans

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive



Het doel
Na deze les kan ik de ontkenning in het Frans!
Ik kan ontkennende zinnen schrijven over mijzelf of een ander.

Slide 2 - Diapositive

Blz.  88

Slide 3 - Diapositive

Ontkenningen
in het Frans

Niet > ne ..... pas
Niet meer > ne ...... plus
nooit > ne...... jamais
Nog niet > ne ....... pas encore
Niets > ne ......rien
Je ne sais pas
Je ne sais plus
Je ne sais jamais
Je ne sais pas encore
Je ne sais rien

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo


Wat is de plaats van de ontkenning?
A
om het werkwoord
B
voor het werkwoord
C
om de persoonsvorm
D
achter het werkwoord

Slide 6 - Quiz

Wat gebeurt er bij de ontkenning van c'est?
A
C'est ne pas
B
Ne c'est pas
C
Ce n'est pas
D
Ce ne pas est

Slide 7 - Quiz

Wat is de plaats van 'ne'/'n' en 'pas' als er 1 werkwoord in de zin staat?
bv: La fille danse avec son ami.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de plaats van 'ne'/'n' en 'pas' in een zin die in de Passé Composé staat?
bv: La fille a dansé avec son ami.

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de plaats van 'ne'/'n' en 'pas' als er een infinitif (heel werkwoord in de zin staat?
bv: La fille veut danser avec son ami.

Slide 10 - Question ouverte

Plaats van 'ne' /'n'  en 'pas'
De plaats van 'ne' / 'n'  is vóór de persoonvorm, ook als er meer dan  1 werkwoordsvorm in de zin staat.
De plaats van 'pas' is achter de persoonsvorm, ook als er meer dan 1 werkwoordsvorm in de zin staat.

Slide 11 - Diapositive

welke ontkenningen
ken je in het Frans?

Slide 12 - Carte mentale

Ontkenningen
in het Frans

niet --> ne .....pas
niet meer --> ne ......plus
nooit --> ne...... jamais
nog niet --> ne....... pas encore
niets ---> ne ......rien

Slide 13 - Diapositive

Opdrachten maken
Wat moet je doen?
32. Bij a: onderstreep de persoonsvorm.
      Vul "ne ... pas" in. Bij b en c: maak zelf negatieve zinnen.

33. Bij a: maak zelf zinnen. Woorden in de goede volgorde.

Je hoeft 32c en 33b niet te doen!!



Ga naar: blz. 88 t/m 91. Opdracht 32 en 33!

Slide 14 - Diapositive