Werken in de kinderopvang les 10

Fruit voor kleine kinderen
Hard fruit groeit aan bomen en de vruchten worden geplukt als ze bijna rijp zijn. Hard fruit heeft altijd een dunne schil en stevig tot sappig vruchtvlees. Vruchtvlees is het gedeelte van fruit dat je meestal eet. Voorbeelden van hard fruit zijn appels en
peren. Daar heb je weer veel verschillende soorten in. Je kunt hard fruit na het
wassen met schil verwerken in gerechten. Je kunt hard fruit ook schillen. Appels en peren zijn vers te verkrijgen en ook in pot en blik.

1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Fruit voor kleine kinderen
Hard fruit groeit aan bomen en de vruchten worden geplukt als ze bijna rijp zijn. Hard fruit heeft altijd een dunne schil en stevig tot sappig vruchtvlees. Vruchtvlees is het gedeelte van fruit dat je meestal eet. Voorbeelden van hard fruit zijn appels en
peren. Daar heb je weer veel verschillende soorten in. Je kunt hard fruit na het
wassen met schil verwerken in gerechten. Je kunt hard fruit ook schillen. Appels en peren zijn vers te verkrijgen en ook in pot en blik.

Slide 1 - Diapositive

zacht fruit.
De meeste zachte fruitsoorten groeien in trosjes aan planten. Ze worden geplukt als ze rijp of bijna rijp zijn. Zacht fruit heeft niet echt een duidelijke schil. Als je zacht fruit vers wilt eten, dan moet je het fruit na het plukken snel eten. Het bederft en
beschadigt namelijk snel. Zacht fruit kun je twee tot vier dagen bewaren in de
koeling. Het is vers of in pot of blik te verkrijgen. Je kunt het ook als diepvriesproduct krijgen. Het is dan een paar maanden houdbaar.
Zacht fruit wassen
Zacht fruit moet je snel wassen omdat er anders veel smaak verloren gaat. De
steeltjes en kroontje mag je nog niet verwijderen. De vruchten zuigen anders te veel water op. Na het wassen, laat je de vruchten uitlekken in een vergiet. Daarna haal je het steeltje of het kroontje eraf.

Slide 2 - Diapositive

Tropisch fruit.
De naam zegt het al: tropisch fruit groeit in tropische en subtropische gebieden zoals
Spanje of Zuid-Afrika. Hier zijn de temperaturen hoog en schijnt de zon vaak. Er vallen
verschillende vruchten binnen deze soort. Tropisch fruit bewaar je meestal koel.
Sommige fruitsoorten, zoals banaan en mango, kunnen niet zo goed tegen de kou.
Deze bewaar je dus buiten de koeling. Je kunt tropische vruchten, na het schillen,
vers eten.

Slide 3 - Diapositive

Uitleg.
Lees alle fruitsoorten. Doe tussendoor de quizzen. Kijk de filmpjes. maak de sleepvragen.
Doel. 
  • Aan het einde van deze les weet je welke fruit je wel en niet aan een kind geeft. 
  • Wat hard fruit is. 
  • Wat zacht fruit is. 
  • Welk fruit zoet 
  • of zuur is.
  • wat een zachte smaak is.

Slide 4 - Diapositive

4

Slide 5 - Vidéo

00:12
Hoeveel maanden de eerste hapjes denk je?
A
2 maanden
B
8 maanden
C
4 maanden
D
12 maanden

Slide 6 - Quiz

00:33
In plaats van of naast het normale eten?
A
Naast
B
In plaats van

Slide 7 - Quiz

00:44
Wat moet het kind in ieder geval kunnen?
A
Kauwen
B
Tanden hebben
C
Zitten
D
Slikken

Slide 8 - Quiz

01:13
Waarom oefenhapjes
A
wennen
B
vit-C
C
goed voor de darmen
D
Zelf leren eten

Slide 9 - Quiz

Appels
Appels zijn rond en hebben een rode, groene, of rood-groene kleur. Ze smaken zoet
tot zuur. Sommige appels zijn knapperig en andere zijn zacht. Een goede appel heeft
een onbeschadigde schil zonder wormgaatjes. Het vruchtvlees heeft een witte tot
witgele kleur. Verder heeft de appel een steeltje.

Slide 10 - Diapositive

Peren
Peren zijn groenbruin tot roodbruin van kleur. Ze smaken zoet tot zuur. Peren kunnen sappig of droog zijn. Het vruchtvlees van de peer moet zachtwit tot crèmekleurig zijn. De schil moet stevig en onbeschadigd zijn. Je hebt handperen en stoofperen.
Handperen kun je direct eten, maar stoofperen moet je eerst stoven. Bewaar onrijpe peren op kamertemperatuur. Rijpe handperen zijn twee dagen in de koeling
houdbaar. Stoofperen kun je hier wel twee tot drie weken bewaren.

Slide 11 - Diapositive

Perzik
De perzik is een ronde vrucht met een fluweelachtige, pluizige, dunne schil. Hij is
geel, oranje tot rood. De perzik smaakt sappig en zoet. Er zijn verschillende soorten
perziken. Een goede perzik heeft stevig vruchtvlees dat donkergeel tot oranje is. De
schil mag niet beschadigd zijn. Perziken kun je op een koele plek één tot drie dagen
bewaren. In de koeling kun je ze vijf dagen bewaren, maar de smaak wordt hierdoor
wel minder lekker.

Slide 12 - Diapositive

Pruim
Een pruim is een ronde tot eivormige vrucht. Ze hebben een dof, zacht vel in de
kleuren groengeel, geelrood en blauw. Een pruim smaakt sappig en zoet tot
zoetzuur. Een goede pruim heeft stevig vruchtvlees dat geen vocht verliest. De schilt
moet onbeschadigd zijn en terugveren als je hem indrukt. Onrijpe pruimen bewaar je
buiten de koeling. Rijpe pruimen kun je twee tot drie dagen in de koeling bewaren.

Slide 13 - Diapositive

Kers
Een kers is een ronde tot platronde vrucht. Kersen hebben een gladde, glanzende
schil in de kleuren geel tot zwart. Ze smaken vlezig en lichtzoet tot zoet. Het
vruchtvlees van een kers is stevig en verliest geen vocht. De vrucht mag niet
beschadigd zijn. De schil moet licht terugveren als je hem indrukt. Check de kersen
ook altijd op wormpjes. Kersen zijn op een koele plek drie tot vier dagen houdbaar.

Slide 14 - Diapositive

Aardbei.
Aardbeien zijn kegelvormig en hebben een rode kleur. Aan de buitenkant hebben ze hele kleine pitjes. Aardbeien smaken zoet. Een goede aardbei heeft zacht,
rozerood vruchtvlees. De vruchten moeten stevig en glanzend zijn en mogen geen vocht verliezen. Ze mogen ook niet beschadigd zijn en het kroontje moet er nog op zitten. Aardbeien zijn ongeveer drie dagen houdbaar in de koeling.

Slide 15 - Diapositive

3

Slide 16 - Vidéo

00:46
Hoeveel hapjes geef jij een baby?
A
zoveel als hij op kan
B
1 hapje
C
2 tot 4 hapjes
D
een heel stuk fruit

Slide 17 - Quiz

01:48
Wat als het kind het hapje uitspuugt?

Slide 18 - Question ouverte

02:02
Het gaat over smaak en structuur. Waar denk jij aan bij structuur als het gaat over fruit?

Slide 19 - Carte mentale

Druif.
Een druif heeft een ronde tot ovale vorm. Er bestaan blauwe, groene en rode
druiven. Ze groeien aan een tros van een druivenplant. Druiven smaken zoet. Het
vruchtvlees van druiven is groen tot geel van kleur. Het moet sappig, doorzichtig en
stevig zijn. Een druif moet onbeschadigd zijn en mag geen vocht verliezen. De schil
moet terugveren als je hem licht indrukt. Bewaar druiven ongeveer een week in de
koeling

Slide 20 - Diapositive

Bosbes
Bosbessen zijn kleine besjes met een doffe, blauwe kleur. Ze zijn sappig en hebben een zoetzure smaak. Het vruchtvlees moet een heldere kleur hebben. Ze moeten stevig zijn en mogen geen vocht verliezen. Ze mogen ook niet beschadigd zijn. Je kunt ze twee tot drie dagen in de koelkast bewaren

Slide 21 - Diapositive

Framboos
De framboos is een rode, kegelvormige vrucht. De schil is zacht en heeft kleine
haartjes. Hij heeft kleine pitjes. Frambozen zijn sappig en smaken friszuur tot zoet. Een framboos moet stevig en glanzend zijn en mag geen vocht verliezen. Hij mag ook niet beschadigd zijn. Het vruchtvlees moet rozerood zijn. Frambozen zijn één tot twee dagen houdbaar in de koeling.

Slide 22 - Diapositive

Meloen
De meloen is een ronde tot ovale vrucht met een schil die je niet kunt eten. Er zijn
verschillende soorten meloenen. Een meloenschil moet stevig en onbeschadigd zijn. Als je hem licht kan indrukken, is de meloen rijp. Het vruchtvlees van een meloen smaakt zoet. De pitjes in de meloen kun je niet eten. Bewaar een meloen één tot twee weken op een koele plek, maar niet in de koelkast.

Slide 23 - Diapositive

Citrusfruit
Citrusvruchten groeien aan bomen of struiken. Ze hebben een leerachtige schil en
de schil heeft oliën die een bepaalde geur hebben. Er kunnen ook pitten in de
vrucht zitten, maar dat is niet altijd zo. Citrusvruchten verliezen snel smaak als ze op
te lage temperatuur worden bewaard. Je kunt citrusvruchten rauw eten nadat je de
schil hebt verwijderd. Ook kun je citrusvruchten persen

Slide 24 - Diapositive

Sinaasappel
De sinaasappel is rond en de meest bekende soort heeft een oranje schil. De schil is
glanzend, dof of geribbeld. Sinaasappelen hebben veel sap en hebben een zoete
tot zoetzure smaak. Je hebt perssinaasappelen die je goed kunt gebruiken om sap
van te maken. Je hebt ook handsinaasappelen en bloedsinaasappelen met rood
vruchtvlees. Die kun je met de hand eten én persen. Het vruchtvlees van een
sinaasappel moet geel of oranje tot rood zijn. Hij moet stevig voelen en mag geen
bruine vlekken hebben. Als je hem licht indrukt, moet hij terugveren. Sinaasappelen
zijn buiten de koeling één tot drie weken houdbaar

Slide 25 - Diapositive

3

Slide 26 - Vidéo

01:11
Geef de volgorde van oefenhapjes aan?
Stap 1
Stap 2
Stap 3

Slide 27 - Question de remorquage

02:28
Blijft er over van het oefenhapje. Wat doe je dan?
A
invriezen
B
in de koelkast
C
Laten staan en later proberen
D
weggooien

Slide 28 - Quiz

02:30
Je kunt oefenhapjes 3 maanden bewaren in de vriezer. Hoe weet je of de oefenhapjes nog goed zijn?
A
je ruikt er aan
B
het is niet verkleurt
C
je proeft eerst zelf
D
Je hebt de datum er op gezet.

Slide 29 - Quiz

Citroen
Een citroen is ovaalrond en heeft een gele kleur. De schil is dik, glanst en is geribbeld.
Hij is stevig zonder bruine plekken. De citroen smaakt friszuur. Het vruchtvlees is geel
en sappig. Een citroen kun je op een koele plek één tot twee weken bewaren. Je
gebruikt citroensap vaak om te voorkomen dat producten verkleuren. Bijvoorbeeld
over stukjes gesneden appel

Slide 30 - Diapositive

Mandarijn.
Mandarijnen zijn rond en hebben een onbeschadigde oranjerode schil. Een
mandarijn is sappig en smaakt zoet tot zoetzuur. Het vruchtvlees moet een
oranjegele kleur hebben en mag niet uitgedroogd zijn. Een mandarijn moet een beetje terugveren als je hem zachtjes in je hand knijpt. Een mandarijn is op een koele, donkere plek tien dagen houdbaar. Je kunt mandarijnen direct eten 

Slide 31 - Diapositive

Grapefruit.
Een grapefruit is één van de grootste citrusvruchten. Hij is rond en heeft een dikke en
gele, roze of rode schil zonder beschadigingen. De schil mag niet ruw zijn, want dan
is de vrucht uitgedroogd. Het vruchtvlees is geel tot rood van kleur en smaakt
bitterzuur tot bitterzoet. De grapefruit moet stevig aanvoelen. Als je er zachtjes in
knijpt, moet de schil terugveren. Een grapefruit is op een koele plek twee weken
houdbaar.

Slide 32 - Diapositive

Ananas
De ananas groeit aan de ananasplant, net boven de grond. Ananas is kegelvormig en heeft een geelgroene tot oranjebruine harde buitenkant. Hij heeft een kroon met scherpe, puntige en harde bladeren. Hij smaakt sappig, fris en zoetzuur. De schil en de kern van de ananas kun je niet eten. Het vruchtvlees van de ananas moet licht-
tot donkergeel zijn, stevig aanvoelen en de schil moet licht terugveren als je hem licht indrukt. Als de onderkant friszoet ruikt en je de bladeren er makkelijk uit kunt
trekken, is de ananas rijp. Je kunt een ananas één tot drie weken op een koele
plaats bewaren

Slide 33 - Diapositive

Avocado
De avocado groeit aan de avocadoboom. De avocado is rond en langwerpig tot peervormig. De schil is licht gebobbeld en kan ruw of glad zijn. De schil heeft een donkergroene kleur. Als hij rijp is, dan krijgt hij een donkergroene tot zwarte schil. In het midden zit een grote pit die je niet kunt eten. Hij smaakt licht nootachtig. Het vruchtvlees moet zacht en geelgroen zijn en de schil moet je licht kunnen indrukken. Een onrijpe avocado kun je buiten de koeling twee tot drie weken bewaren. Een eetrijpe avocado kun je in de koeling één tot zes dagen bewaren.

Slide 34 - Diapositive

Kiwi
De kiwi groeit aan een klimplant. De kiwi is ovaal, rond of langwerpig. De schil is
lichtbehaard en niet eetbaar. Hij moet stevig zijn en terugveren als je de kiwi zachtjes indrukt. Het vruchtvlees van de kiwi moet groen, zacht en geleiachtig zijn. Er zitten zwarte pitjes in die eetbaar zijn. Bewaar onrijpe kiwi’s één tot drie dagen op een
koele plek. Bewaar rijpe kiwi’s twee tot drie dagen in de koeling.

Slide 35 - Diapositive

3

Slide 36 - Vidéo

01:04
Hoe vaak moet je kindje eten
A
Wanneer hij wil
B
Niet te vaak
C
Vaste momenten
D
Als hij huilt

Slide 37 - Quiz

01:40
Hoe vaak moet het kindje soms wel proeven voordat het gewent is aan een smaak?
A
5-7 keer
B
10-15 keer
C
15-20 keer
D
verschilt per kind

Slide 38 - Quiz

02:24
Wanneer wacht je nog even met grotere stukken aanbieden?

Slide 39 - Question ouverte

Mango
Mango’s groeien aan een boom. De mango is ovaal en de schil heeft de kleuren
groen, geel en rood. De schil mag geen zwarte vlekken hebben. Een rijpe mango
ruikt lekker en veert mee als je er zachtjes in drukt. Het vruchtvlees is geel tot oranje.
Het heeft een kruidige en zoete smaak. In het midden zit een grote, oneetbare pit.
Een onrijpe mango bewaar je op kamertemperatuur. Een eetrijpe mango bewaar je
twee tot drie dagen op een koele plek

Slide 40 - Diapositive

Kokosnoot.
De kokosnoot groeit aan een palmboom. Rijpe kokosnoten hebben een bruine kleur.
Een kokosnoot heeft een schil en daarbinnen zit wit vruchtvlees en troebel
kokoswater. Het vruchtvlees smaakt zacht, zoet en nootachtig. Kokoswater smaakt
licht naar kokos. Het vruchtvlees van een verse kokosnoot moet zacht en geleiachtig
zijn. Een dichte kokosnoot moet een klotsend geluid maken. Dan weet je dat het
vruchtvlees niet is uitgedroogd. Kokosnoten zijn op een koele plek langere tijd
houdbaar.

Slide 41 - Diapositive

Banaan.
Bananen groeien in trossen aan de bananenplant. Bananen zijn langwerpig en licht gebogen. Ze hebben een geelgroene, gladde en dikke schil. Ze smaken plakkerig en zoet. Het vruchtvlees moet crèmekleurig en stevig zijn. De schil mag geen bruine plekken hebben. Onrijpe bananen kun je op een koele plek drie tot vier weken
bewaren. Rijpe bananen twee tot drie dagen. Leg bananen nooit in de koeling,
want dan worden ze zacht en bruin.

Slide 42 - Diapositive

Zoet
Zuur

Slide 43 - Question de remorquage

Hard
Zacht

Slide 44 - Question de remorquage

fruitlied
wat vind jij eigenlijk het lekkerste stuk fruit?

Slide 45 - Carte mentale